3
Montage
3.1
Algemene informatie over montage
Gebruik gedetailleerde maatbladen voor het monteren van de fotometer en het bedieningsappa-
raat.
Afstand tussen fotometer en storende lichtbronnen > 2 m.
l
Vermijd de vorming van gasbellen op de sensorkop door een geschikte inbouwpositie te gebrui-
l
ken.
Afstand tussen de fotometer en leidingbochten en elementen die de doorsnede veranderen > 1
l
m.
3.2
Inbouwpositie van de fotometer
Bij verticale inbouw moeten de stekkers naar beneden wijzen. Bij horizontale inbouw bevinden de
stekkers zich aan de linkerkant.
In procesleiding
Inbouwpositie (A)
Inbouwpositie (C): Toegestaan onder de
volgende omstandigheden:
Mediumtemperatuur:
l
– -10 ... +80° C
– 120° C max. 2 u
– 150° C max. 1 u
Continue mediumstroom bij > 2 bar druk
l
Inbouwpositie (D): Niet-toegestaan
EHEDG-conform
Inbouwposities (A),
Inbouwpositie (B)
Montage
en (B): Toegestaan
(C)
en (E): Toegestaan
en (D): Niet-toegestaan
C
A
B
A A
D
E
C
B
E
D
DE
EN
FR
ES
NL
PT
ZH
RU
E
1
CS
JA
IT
> 3°
PL
71 / 196