nl
1-13 Geleidingswiel *
1-14 Beschermkap met draadafsnijder
1-15 Draadspoel
* afhankelijk van apparaat
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP!
Het messensysteem roteert na het uit-
schakelen van de motor nog na.
Controleer voor het gebruik de stroom- en
verlengkabels op beschadigingen en slijtage.
Houd de verlengkabels uit de buurt van het
messensysteem.
Wanneer de kabel tijdens het gebruik wordt
beschadigd, moet deze direct van het
stroomnetwerk worden gescheiden. RAAK
DE KABEL NIET AAN WANNEER DEZE
NOG OP HET STROOMNETWERK IS AAN-
GESLOTEN.
Werk altijd met passende kleding, draag oog-
bescherming en handschoenen
Sta nooit toe dat kinderen of personen die
niet zijn geïnstrueerd gebruik maken van de
machine of er onderhoudswerkzaamheden
aan verrichten. De plaatselijke voorschriften
kunnen de minimumleeftijd van de bediener
vastleggen
Stop het gebruik van het apparaat wanneer er
personen (met name kinderen) of huisdieren
in de buurt zijn.
Maai uitsluitend bij daglicht of bij een goede
kunstmatige verlichting.
Controleer voordat u het apparaat gebruikt of
wanneer u met het apparaat ergens tegen-
aan bent gebotst of de machine beschadigd
is of aan slijtage onderhevig is. Laat noodz-
akelijke reparaties uitvoeren.
Gebruik het apparaat nooit wanneer beveili-
gingen ontbreken of beschadigd zijn.
Houd altijd handen en voeten uit de buurt van
het messensysteem, vooral bij het inschake-
len van de motor.
Bij het systeem dat de draad afsnijdt bestaat
het risico op lichamelijk letsel.
Nadat er een nieuwe draad uit de rol werd ge-
trokken dient u het apparaat altijd in de nor-
male werkpositie te houden voordat u hem
inschakelt.
24
Monteer nooit metallieke snij-elementen.
De behuizing mag niet worden geopend.
Haal de netstekker los wanneer het apparaat
wordt getest, gereinigd of wanneer er werk-
zaamheden aan de machine worden uitgevo-
erd of het apparaat niet in gebruik is.
Let erop dat er zich geen vuil in de luch-
topeningen bevindt.
Ondanks de technische en extra veiligheids-
maatregelen is er altijd sprake van een reste-
rend risico bij het apparaat.
De greep droog en zuiver houden.
Vreemde voorwerpen uit het werkgebied ver-
wijderen
Het apparaat uitsluitend in technisch onberis-
pelijke staat gebruiken
De beschermplaat, de draadkop en de motor
steeds vrij houden van maairesten.
Het lichaam en de kleding van het snijdme-
chanisme verwijderd houden.
Personen, die niet vertrouwd zijn met de trim-
mer, moeten de omgang oefenen met uitge-
schakelde motor.
Draag doelmatige werkkleding.
Let bij het werken op een zekere stand.
Bedien het apparaat altijd met beide handen.
Derden buiten de gevarenzone houden
Laat het apparaat nooit zonder toezicht.
Bij hangmaaiwerkzaamheden steeds onder
de snijdmachine staan.
Bij het werken op hellingen:
Werk nooit op een gladde en glibberige
helling.
Altijd opletten dat u stabiel staat.
Altijd dwars ten opzichte van de helling
maaken, nooit omhoog of omlaag.
Niet maaien op helling van meer dan 20°!
Wees zeer voorzichtig bij het keren!
Na contact met een vreemd voorwerp:
Motor uitschakelen.
De machine controleren op schade.
De machine niet bedienen onder invloed van
alcohol, drugs of medicatie.
Er moet worden voldaan aan de veiligheids-
instructies ter voorkoming van een ongeval.
Veiligheidsvoorschriften
GTE 350 / 450 / 550