NEDERLANDS
sche schok, brand of schade aan het toestel.
Blokkeer de ventilatiesleuven niet met voorwerpen.
Houd het toestel schoon. De meest voorkomende
oorzaken van oververhitting zijn afzettingen van stof
of deeltjes in het apparaat. U moet deze afzettingen
regelmatig verwijderen door het apparaat uit te scha-
kelen en de ventilatieopeningen met een stofzuiger
schoon te zuigen.
Gebruik het apparaat niet met een programmascha-
kelaar, een timer, een aparte afstandsbediening of
een ander apparaat dat het apparaat automatisch
inschakelt, aangezien er brandgevaar bestaat als het
apparaat wordt afgedekt of verkeerd wordt geplaatst.
Verwijder geen veiligheidstekens, etiketten of stickers
van het apparaat en houd ze leesbaar.
Ga niet op het apparaat zitten.
Gebruik het toestel niet als het zichtbare
schade vertoont door een val of andere
oorzaken.
Opmerking
Het apparaat altijd rechtop om storingen te
voorkomen.
Bescherming tegen oververhitting
Het apparaat heeft een veiligheidsthermostaat.
Bij oververhitting, d.w.z. overschrijding van de
bedrijfstemperatuur, schakelt deze in en wordt de
verwarming uitgeschakeld. De ventilator blijft draaien
om het apparaat af te koelen. Zoek de oorzaak van
de oververhitting en verhelp deze. Als het apparaat
voldoende is afgekoeld, schakelt het automatisch
weer in.
Wordt het apparaat echter te heet of schakelt de
veiligheidsthermostaat bij oververhitting niet in, dan
treedt de oververhittingsbeveiliging in werking en
schakelt het apparaat volledig uit. Neem in dat geval
contact op met de klantenservice.
Let op oververhitting!
Voed het apparaat niet via een extern
schakelapparaat zoals een timer en sluit
het niet aan op een circuit dat regel-
matig door een apparaat wordt in- en
uitgeschakeld. Dit kan leiden tot het
onbedoeld resetten van de bescher-
mende temperatuurbegrenzer.
Gedrag in noodgevallen
1. Schakel het apparaat onmiddellijk uit.
2. In geval van nood moet het apparaat van het
lichtnet worden losgekoppeld. Trek dus het
netsnoer uit het stopcontact door het bij de
stekker vast te pakken.
3. Een defect apparaat mag niet meer op het net
worden aangesloten!
50
Montage en inbedrijfstelling
Levering
Haal het toestel uit de verpakking en verwijder alle
verpakkingsonderdelen van het toestel.
Wikkel het netsnoer volledig af en controleer of het
niet beschadigd is.
Waarschuwing Verstikkingsgevaar!
Houd verpakkingsonderdelen buiten het bereik van
kinderen en gooi ze zo snel mogelijk weg.
Opmerking
Laat zichtbare schade aan de buitenverpakking direct
bij levering door de chauffeur van de pakketdienst
bevestigen. Als transportschade pas bij het uitpakken
wordt opgemerkt, moet de pakketdienst binnen
24 uur na levering schriftelijk op de hoogte worden
gesteld om hem aansprakelijk te kunnen stellen voor
de schade.
Installatieplaats
Waarschuwing
Bij onjuiste opstelling bestaat brandgevaar!
Bij de installatie van het apparaat moet u het
volgende in acht nemen:
Waarschuwing
Het apparaat mag niet worden gebruikt
in kleine ruimten als zich daarin perso-
nen bevinden die niet onder voortdu-
rend toezicht staan en de ruimte niet
zelfstandig kunnen verlaten.
Plaats het toestel stabiel en rechtop op een vlakke en
stabiele ondergrond.
Plaats het apparaat niet op een brandbare onder-
grond.
Plaats het apparaat niet op hoogpolig tapijt.
Waarschuwing
Tussen de luchtinlaat en de luch-
tuitlaat van het apparaat en alle
brandbare materialen zoals bedden,
sofa's, textiel en gordijnen moet een
veiligheidsafstand van ten minste 1
m worden aangehouden.
Plaats het toestel zo dat mensen, dieren en planten
niet rechtstreeks in de luchtstraal zitten.
Gebruik het apparaat nooit in natte ruimtes.
Zorg ervoor dat het toestel niet in contact komt met
vocht of water.
Vermijd open ramen en deuren.
Het apparaat mag niet direct onder een