Descargar Imprimir esta página

TESY GCV 1004724D C21 TS2RC Instrucciones De Uso Y Mantenimiento página 87

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 15
Om de boiler op het elektriciteitsnet aan te sluiten, moet de plastic manteldeksel
NL
afgenomen worden (fig. 2 a).
De aansluiting van de elektriciteitsdraden volgt de aanwijzingen op de klemmen:
Fasedraad moet verbonden worden met symbool A of A1 of L of L1
Nuldraad – met symbool N (B of B1 of N1)
De aarddraad moet verplicht verbonden zijn door een schroefaansluiting met
symbool
.
Na de montage wordt de plastic deksel opnieuw geplaatst op de bolier!
Toelichting aan afbeelding 3:
T2 – thermoschakelaar; T1 – thermoregelaar; S – schakelaar; R – verwarmer; SL1,
SL2, SL3 – signaallampje; F – flens.
V.
IN GEBRUIK NEMEN VAN HET TOESTEL
1.
Het toestel inschakelen
Vóór het aanvankelijke inschakelen van het toestel moet men ervoor zorgen
dat de boiler op de juiste wijze in het elektrische netwerk ingeschakeld en vol
met water is. Het inschakelen van de boiler geschiedt door middel van de in de
elektrische installatie ingebouwde installatie, omgeschreven in onder 3.3 van
paragraaf IV of door de stekker in het stopcontact te plaatsen (indien het model
voorzien van een kabel met stekker is.
2.
Boilers met elektrische en mechanische bediening
Afbeelding 2. Legenda:
1 - Thermoregelaar
2 - Vermogensschakelaar
3 - Lichtindicatoren
Thermoregelaar (1) en lichtindicator „verwarming / gereed voor gebruik"
De temperatuurinstelling wordt gedaan door de omkering van de
thermoregelaar te draaien (1). Deze instelling laat een gladde zetten van de
gewenste temperatuur.
De draairichting van de omkeren is weergegeven op afbeelding 2.
e
– Bij dit regime zal de watertemperatuur in het toestel rond 60°С liggen. Op
deze wijze wordt het warmteverlies verminderd.
Lichtindicator „verwarming / gereed voor gebruik"
waarin het toestel zich bevindt: rood licht brandt
en blauw licht brandt bij het bereiken van de door de thermostaat aangegeven
watertemperatuur. Geen licht, wanneer de vermogensschakelaar in
uitgeschakelde toestand is.
Vermogensschakelaar (2) en lichtindicatoren
Vermogensschakelaar met één graad:
0 – uitgeschakelde toestand;
I – ingeschakelde toestand;
Vermogen lichtindicator I brandt bij ingeschakelde I toestand van de schakelaar.
Vermogensschakelaar met twee graden:
0 – uitgeschakelde toestand;
I, II – ingeschakelde toestand;
Keuze van vermogensgraad voor verwarming:
Aangegeven vermogen
(aangeduid op het bordje van het
toestel)
1200 W
1600 W
2400 W
Bij I graad van de schakelaar brandt de vermogen lichtindicator I.
Bij II graad van de schakelaar brandt naast de vermogen lichtindicator I, ook de
vermogen lichtindicator II.
3.
Bescherming naar temperatuur (geldig voor alle modellen)
Het toestel is voorzien van een speciale installatie (thermoschakelaar) bestemd
voor bescherming tegen te hoge waterverwarming die de verwarmer van het
elektrische netwerk uitschakelt, wanneer de temperatuur te hoge waarden
bereikt.
Nadat deze installatie in gang is gezet zal deze zich niet herstellen en het
toestel zal niet werken. Om het probleem op te lossen moet men zich tot
een erkende service dienstverlener of een bevoegde technicus richten.
VI.
MODELLEN VOORZIEN VAN WARMTEWISSELAAR (SERPENTINE) –
AFBEELDING 1C, AFBEELDING 1D, AFBEELDING .1E EN AFBEELDING
Deze toestellen zijn voorzien van warmtewisselaar en ze zijn bestemd voor
aansluiting op een verwarmingssysteem met hoogste temperatuur van de
warmtedrager 80°C. De bediening van de stroom door de warmtewisselaar
betreft de oplossing van de bepaalde installatie en de keuze van de bediening
hiervan moet bij het ontwerpen van de installatie gemaakt worden (bijvoorbeeld:
buitenthermostaat die de temperatuur in het waterreservoir meet en
circulatiepomp of magneetventiel bedient).
De boilers voorzien van warmteweisselaar maken mogelijk het water verwarmd
als volgt te worden:
1.
Door middel van een warmtewisselaar (serpentine). Dit is een belangrijke
wijze om het water te verwarmen.
2.
Door middel van een elektrische hulpverwarmer voorzien van automatische
bediening die in het toestel ingebouwd is. Deze wordt gebruikt als het nodig is
om het water extra te verwarmen of in geval van renovatie van het systeem van
de warmtewisselaar (serpentine). Het aansluiten op de elektrische installatie en
hoe het toestel werkt zijn vermeld in de vorige paragrafen.
72 Instructies voor gebruik en onderhoud
- wijst de staat/het regime
tijdens waterverwarming
Ingeschakeld
Ingeschakeld
(І) graad
(ІІ) graad
600 W
1200 W
800 W
1600 W
1200 W
2400 W
3 ÷ 5
Montage
Naast de hierboven beschreven montagewijze, is het bijzondere bij deze modellen
dat het niet nodig is om de warmtewisselaar op de verwarmingsinstallatie aan te
sluiten, door het volgen van de richtingen van de op afbeelding 1c, afbeelding
1d en afbeelding 1e aangegeven pijlen. Wij bevelen u aan stopventielen op de
ingang en de uitgang van de warmtewisselaar te monteren. Bij het stoppen van
de stroom van de warmtedrager door middel van het onderste (stop) ventiel zult
u de ongewenste circulatie hiervan vermijden in de perioden waarin u slechts een
elektrische verwarmer gebruikt.
Tijdens demontage van uw warmtewisselaar moeten de twee ventielen gesloten zijn.
Bij het aansluiten van de warmtewisselaar op een installatie van koperpijpen
moeten dielektrische klemmen gebruikt worden.
Om de corrosie te beperken moet in de installatie pijpen met beperkte gaas
diffusie gebruikt worden.
Modellen voorzien van één warmtewisselaar en huls voor thermosensor
Het installeren van het toestel is ten laste van de koper en moet door een
bevoegde installateur uitgevoerd worden in overeenstemming met de
hoofdconstructie en de onderhavige bijlage erbij.
Technische karakteristieken:
Type
Oppervlakte van de serpentine
(m²)
Inhoud van de serpentine (l)
Werkdruk van de serpentine
(MPa)
Hoogste temperatuur van de
warmtedrager (°C)
Bij modellen met optie voor montage van de samen met het toestel
aangeleverde huls op de thermosensor moet men deze op de met "TS"
aangeduide uitgang monteren. De schroefdraad moet dichtgemaakt worden.
Modellen voorzien van twee warmtewisselaars en huls voor thermosensor
Deze modellen maken mogelijk om op twee buiten warmtebronnen aan te
sluiten: zonnecollector en locale of centrale waterverwarming.
Opschriften op de serpentinen:
S1 en pijl naar de uitgang van de serpentine: ingang van serpentine S1
S1 en pijl vanuit de uitgang van de serpentine naar buiten: uitgang van
serpentine S1
S2 en pijl naar de uitgang van de serpentine: ingang van serpentine S2
S2 en pijl vanuit de uitgang van de serpentine: uitgang van serpentine S2
Op het waterreservoir staat een gelaste moer met een binnenschroefdraad
½" voor montage van thermosonde aangeduid met 'TS". Tot de kit van het
toestel behoort een messing huls voor thermosonde die aan deze moer moet
vastgedraaid worden.
Technische karakteristieken:
Type
Oppervlakte van serpentine S1 (m²)
Oppervlakte van serpentine S2 (m²)
Inhoud van serpentine S1 (l)
Inhoud van serpentine S2 (l)
Werkdruk van serpentine S1 (MPa)
Werkdruk van serpentine S2 (MPa)
Hoogste temperatuur van de warmt-
edrager (°C)
VII.
PERIODIEK ONDERHOUD
Bij normaal werk van de boiler, onder de invloed van de hoge temperatuur
verzamelt zich op de oppervlak van de verwarmer kalk /ketelsteen/. Dat
verslechtert de warmte-uitwisseling tussen de verwarmer en het water. De
temperatuur op de oppervlak van en rondom het verwarmingselement stijgt. Er
onstaat een speciefiek geluid /van kokend water/. De warmteregelaar begint zich
vaker in- en uit te schakelen. Een "valse" activatie van de beveiligingsschakelaar
is mogelijk. Daarom adviseert de fabrikant periodiek onderhoud van uw boiler
elk tweede jaar door een geautoriseerd servicecentrum of servicedienst, wat
niet door de garantie wordt gedekt. Bij dit onderhoud moet de kalkaanslag
verwijderd worden en (bij boilers met glaskeramische coating) zo nodig de
anode worden vervangen.
Reinig het toestel met een vochtige doek. Gebruik geen schuurmiddelen of
reinigingsmiddelen.
De fabricant accepteert geen aansprakelijkheid voor schade onstaan door
het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding.
Milieubescherming
De oude elektrische toestelen bevatten elementen die hergebruikt
kunnen worden, daarom gooi het product niet met de huisvuil weg!
We vragen u om actief bij te dragen aan de milieubescherming en
het toestel af te geven bij een inzamelpunt van oude elektrische of
elektronische apparaten (indien aanwezig).
GCV6S
GCV9S
GCV9S
GCV9S
8047
10047
12047
15047
0.45
0.7
0.7
0.7
2.16
3.23
3.23
3.23
0.6
0.6
0.6
0.6
80
80
80
80
GCV7/4S
GCV7/4S
10047
12047
0.5
0.5
0.3
0.3
2.4
2.4
1.4
1.4
0.6
0.6
0.6
0.6
80
80
GCV11SO
15047
0.83
3.88
0.6
80
GCV7/4S
15047
0.5
0.3
2.4
1.4
0.6
0.6
80

Publicidad

loading