De sneeuwblazer opslaan
Maak uw sneeuwblazer aan het eind van het seizoen of als
het apparaat gedurende 30 dagen of langer niet gebruikt
gaat worden, meteen gereed voor opslag.
WAARSCHUWING: Sla de sneeuwblazer met ben-
zine in de tank nooit op in een gebouw waar de
benzinedampen open vuur, vonken of waakvlammen
kunnen bereiken, bijvoorbeeld in de buurt van een
fornuis, waterkoker, wasdroger of gastoestel. Laat
de motor afkoelen alvorens de machine ergens
binnen op te slaan.
SNEEUWBLAZER
Als de sneeuwblazer gedurende langere tijd moet worden
opgeslagen, dient hij grondig te worden schoongemaakt,
waarbij al het vuil, vet, bladeren, enz. dienen te worden
verwijderd. Sla de sneeuwblazer op een schone, droge
plaats op.
1.
Maak de hele sneeuwblazer na elk gebruik schoon.
2.
Inspecteer en vervang zo nodig de riemen (zie het hoofd-
stuk "De aandrijfriem vervangen" in deze handleiding).
3.
Zorg ervoor dat alle moeren, bouten, schroeven en pen-
nen goed worden vastgezet. Inspecteer bewegende del-
en op schade, breuk en slijtage. Indien nodig vervangen.
BRANDSTOFSYSTEEM
BELANGRIJK: Het is belangrijk te voorkomen dat zich
tijdens de opslag gomresten afzetten in essentiële on-
derdelen van het brandstofsysteem zoals de carburateur,
brandstofleiding of tank. Bovendien kunnen met alcohol
gemengde brandstoffen vocht aantrekken en dit leidt tot
ontmenging en de vorming van zuren tijdens de opslag.
Zure gassen kunnen het brandstofsysteem van een motor
in opslag beschadigen.
•
Maak de brandstoftank leeg door de motor te starten
en te laten draaien totdat de brandstofleidingen en
carburateur leeg zijn.
•
Gebruik nooit motor- of carburateurreinigers in de
brandstoftank; dit kan permanente schade tot gevolg
hebben.
•
Gebruik in het volgende seizoen nieuwe brandstof.
OPMERKING: Brandstofstabilisator is een aanvaardbaar
alternatief om de vorming van gomresten tijdens de opslag
tot een minimum te beperken. Stabilisator toevoegen aan
benzine in brandstoftank of in de voor opslag gebruikte
houder. Gebruik altijd de mengverhouding die wordt ver-
meld op de houder van de stabilisator. Laat de motor na
het toevoegen van de stabilisator ten minste tien minuten
draaien om ervoor te zorgen dat de stabilisator de carbura-
teur bereikt. Maak de brandstoftank en de carburateur niet
leeg als u brandstofstabilisator gebruikt.
MOTOROLIE
Tap olie af (bij warme motor) en vervang deze door schone
motorolie. (Zie het hoofdstuk "De motorolie vervangen" in
deze handleiding.)
CILINDER
1.
Verwijder de bougie.
2.
Giet een kleine 30 ml olie via de bougieopening in de
cilinder.
3.
Trek enkele keren langzaam aan het startkoord om de
olie te verspreiden.
OVERIGE
•
Verwijder de veiligheidssleutel; berg deze op een veilige
plaats op.
•
Bewaar aan het eind van het seizoen geen benzine tot
het volgende seizoen.
•
Vervang de jerrycan als deze begint te roesten. Roest
en/of vuil in uw benzine leidt tot problemen.
•
Sla uw sneeuwblazer indien mogelijk binnen op en dek
hem af ter bescherming tegen stof en vuil.
•
Dek uw sneeuwblazer af met een geschikte bescher-
mdoek die geen vocht vasthoudt. Gebruik geen plastic
voor dat doel. Plastic kan niet 'ademen', waardoor zich
condens kan vormen en uw sneeuwblazer kan gaan
roesten.
BELANGRIJK: Dek de sneeuwblazer nooit af als de motor/
uitlaat nog warm is.
Rimessaggio del lancianeve
Preparare il lancianeve per il rimessaggio alla fine della
stagione o se si prevede di non utilizzarlo per 30 giorni o più.
AVVERTENZA: Non riporre mai il lancianeve con
benzina nel serbatoio all'interno di un edificio in
cui i vapori potrebbero raggiungere una fiamma
aperta, scintilla o fiamma pilota di un forno, uno
scaldabagno, un asciugabiancheria o un apparec-
chio a gas. Far raffreddare il motore prima di riporre
la macchina in un ambiente chiuso.
LANCIANEVE
Quando il lancianeve deve rimanere inutilizzato per un
certo periodo di tempo, pulirlo accuratamente eliminando
tutte le impurità, il grasso, le foglie ecc. Riporlo in una zona
asciutta e pulita.
1.
Pulire il lancianeve in ogni sua parte dopo ogni utilizzo.
2.
Controllare e sostituire le cinghie se necessario (Vedere
"Sostituzione della cinghia di trasmissione" in questo
manuale).
3.
Verificare che dadi, bulloni, viti e perni siano tutti sicura-
mente agganciati. Controllare che le parti mobili non siano
danneggiate, rotte o usurate. Sostituirle se necessario.
IMPIANTO DI ALIMENTAZIONE DEL
CARBURANTE
IMPORTANTE: È importante evitare che durante il rimessag-
gio si formino depositi collosi in parti essenziali dell'impianto
di alimentazione del carburante come il carburatore, il tubo
flessibile o il serbatoio. Inoltre, i carburanti miscelati con
alcol possono attrarre l'umidità e causare la separazione
e la formazione di acidi durante il rimessaggio. I gas acidi
possono danneggiare l'impianto di alimentazione del car-
burante di un motore non utilizzato.
•
Svuotare il serbatoio del carburante avviando il motore
e lasciandolo acceso fino a svuotare le tubazioni del
carburante e il carburatore.
•
Non immettere mai prodotti detergenti per il motore o
il carburatore nel serbatoio del carburante in quanto
potrebbero causare danni permanenti.
•
Utilizzare nuovo carburante la stagione successiva.
NOTA: L'uso di uno stabilizzante del carburante è
un'alternativa accettabile per ridurre al minimo la formazione
di depositi collosi durante il rimessaggio. Aggiungere lo stabi-
lizzante alla benzina nel serbatoio o nella tanica. Rispettare
sempre il rapporto di miscelazione indicato sul contenitore
dello stabilizzante. Azionare il motore per almeno 10 minuti
dopo avere aggiunto lo stabilizzante affinché questo possa
raggiungere il carburatore. Non svuotare il serbatoio del
carburante e il carburatore se si utilizza uno stabilizzante.
OLIO MOTORE
Scaricare l'olio (con il motore caldo) e sostituirlo con olio
pulito. (Vedere "Cambio dell'olio motore" in questo manuale).
CILINDRO
1.
Smontare la candela.
2.
Versare 29 ml d'olio nel cilindro attraverso il foro della
candela.
3.
Tirare lentamente alcune volte la manopola di avvia-
mento riavvolgibile per distribuire l'olio.
ALTRO
•
Rimuovere la chiave di sicurezza e riporla in un luogo
sicuro.
•
Non utilizzare la benzina conservata da una stagione
all'altra.
•
Sostituire il fusto di benzina se presenta segni di rug-
gine. La presenza di ruggine e/o impurità nella benzina
può causare problemi.
•
Se possibile, riporre il lancianeve al chiuso e coprirlo
per proteggerlo dalla polvere e dallo sporco.
•
Coprire il lancianeve con una copertura di protezione
adatta che non trattenga l'umidità. Non utilizzare cop-
erture di plastica che trattengono l'umidità causando
l'accumulo di condensa e la formazione di ruggine sul
lancianeve.
IMPORTANTE: Non coprire mail il lancianeve quando la
zona del motore/dello scarico è ancora calda.
52