Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Foutstatus
Als de melder zich in een foutstatus bevindt, werkt hij niet.
De foutstatus wordt elke 40 seconden aangegeven door één pieptoon en na 20 seconden vanaf de
pieptoon door één knippering van rode LED.
Vervang onmiddellijk de batterijen en controleer de melder op beschadigingen, maak de openingen
van de melder schoon, b.v. met een stofzuiger. Voer een werkingstest uit.
Als de foutstatus ook na het vervangen van de batterijen gemeld blijft worden, neem dan contact
op met het servicecentrum.
Lege batterijen
Lege batterijen worden elke 40 seconden aangegeven door één pieptoon en één knippering van
rode LED.
Vervang de batterijen onmiddellijk. Gebruik alleen alkaline batterijen, geen oplaadbare batterijen.
Voer een functietest uit.
Uit voorzorg wordt aanbevolen de batterijen 1× per jaar te vervangen.
Handmatig uitschakelen van het geluidssignaal als de batterij bijna leeg is
Indien nodig kan het geluidssignaal tijdelijk worden uitgeschakeld.
Als u in de alarmmodus op de hoofdknop drukt, wordt het geluidssignaal gedurende 8 uur gedempt
(tegelijkertijd knippert de rode LED elke 8e seconde).
Einde levensduur melder
De levensduur van de melder is 10 jaar vanaf productie.
Na deze periode mag hij niet meer worden gebruikt en moet hij worden vervangen door een nieuw
apparaat.
De datum van vervanging van de melder wordt op het etiket op de achterkant van het apparaat
aangegeven met de tekst "Vervang apparaat".
Als u meerdere melders gebruikt, moet u de vervangingsdatum voor alle melders controleren!
Alarmmelding
Als er rook wordt gedetecteerd, zendt de melder een akoestisch/optisch signaal uit.
Tegelijkertijd zal de rode LED herhaaldelijk 3 keer pipen/3 keer knipperen, gevolgd door een stilte
van 1,5 seconden.
De duur van een pieptoon/flits is 0,5 seconden.
Bij detectie van een verhoogde temperatuur (brand) piept/knippert de rode LED ononderbroken en
snel achter elkaar.
De duur van een pieptoon/flits is in dit geval 0,2 seconden.
Als u meerdere melders draadloos hebt aangesloten en één melder gaat in de alarmmodus, dan zullen
de andere gekoppelde melders ook een akoestisch/optisch signaal afgeven, namelijk een 2× snelle
pieptoon gevolgd door een 1,2 seconde lange stilte.
Bij alarm moet het gebouw onmiddellijk worden geëvacueerd en moeten alle personen het gebouw
verlaten hebben.
Blijf niet staan niet om hulp te roepen of uw bezittingen te halen.
Neem contact op met de betreffende dienst van het geïntegreerde reddingssysteem.
Handmatige uitschakeling van het alarm
Het akoestische alarmsignaal kan tijdelijk worden uitgeschakeld.
Druk op de hoofdknop, het geluidssignaal wordt gedurende 10 minuten uitgeschakeld.
Het uitschakelen wordt aangegeven door een 1× knipperen van de rode LED om de 8 seconden.
Gebruik de uitschakelfunctie alleen als het een vals alarm is, veroorzaakt door bijvoorbeeld
stoom, kookdampen of verbrand voedsel. Wacht tot de lucht weer schoon is.
Als u meerdere melders hebt gekoppeld en ze in de alarmmodus staan, moet u elke melder afzon-
derlijk uitschakelen.
Verwijder de batterijen niet om de alarmmodus te onderbreken – de melder zal niet werken!
108
Publicidad
