Gebruikershandleiding
WerkinG - Afstandsbediening
Het apparaat kan ook via de bijgeleverde afstandsbediening bediend worden. De afstandsbediening werkt
op twee AAA-batterijen (niet inbegrepen). Open het batterijvakje op de onderkant, plaats de batterijen en sluit
het deksel. De knoppen op de afstandsbediening werken hetzelfde als de knoppen op het bedieningspaneel,
alleen de functie 'Bevochtigen' is niet via de afstandsbediening in- of uit te schakelen.
Voor een optimale werking:
• Zorg dat de afstand tussen de ventilator en de afstandsbediening niet groter is dan 6 meter.
• Richt de afstandsbediening op het apparaat en zorg voor een richtingshoek kleiner dan 30 graden.
reiniGinG en onderhoud
Na verloop van tijd kan er stof blijven zitten in het uitblaasrooster en tussen de vinnen van de ventilator. Ver-
wijder met een handveger en/ of stofzuiger het stof.
Water vervangen
Het water moet elke 3 - 4 dagen worden ververst, zelfs wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Neem het inlaatfilter van de achterkant van het apparaat (zie figuur 3).
3. Draai de schroef aan de bovenkant van het koel/bevochtigingssysteem los (zie figuur 4).
4. Neem het koel/bevochtigingssysteem uit het apparaat.
5. Verwijder het waterreservoir uit het apparaat.
6. Leeg het waterreservoir, spoel het schoon onder de kraan en droog het vervolgens goed af.
7. P laats achtereenvolgens het waterreservoir, het koel/bevochtigingssysteem en het inlaatfilter terug.
8. Vul het waterreservoir zoals beschreven onder 'WERKING - Koelen / Bevochtigen'.
• R einig het waterreservoir zeer grondig wanneer u het apparaat voor een langere periode niet
gebruikt.
koel/bevochtigingssysteem reinigen
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. N eem het inlaatfilter van de achterkant van het apparaat (zie figuur 3).
3. Draai de schroef aan de bovenkant van het koel/bevochtigingssysteem los (zie figuur 4).
4. Neem het koel/bevochtigingssysteem uit het apparaat.
5. B uig de bevestigingspunten van het witte koel/bevochtigingsgordijn iets naar buiten om het gordijn uit
het koel/bevochtigingssysteem te verwijderen (zie figuur 5).
6. R einig het koel/bevochtigingsgordijn en de andere onderdelen onder stromend water.
7. Droog alle onderdelen grondig voordat u ze weer in elkaar zet en in het apparaat terugplaatst.
8. Zet het koel/bevochtigingssysteem weer in elkaar en plaats het terug in het apparaat.
• Zorg ervoor dat het apparaat niet is aangesloten op de netvoeding als u hem gaat schoonmaken.
• G ebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen (zoals messen
of harde borstels) bij het reinigen.
• R einig het koel/bevochtigingssysteem zeer grondig wanneer u het apparaat voor een langere
periode niet gebruikt.
3
7
4
5