5. DE ONDERDELEN
MONTEREN
5.1 DE INKLAPBARE HANDGREEP
MONTEREN
1. Bevestig de onderste handgrepen in de behuizing van
het gereedschap, zoals aangegeven in Fig. 2A, 2B,
2C en 2D.
2. Bevestig de bovenste handgreep op de onderste
handgreep met de vergrendelknop (Fig. 2E, 2F en
2G).
3. Bevestig de snoerklem op de aangegeven plaats en
maak daarna het snoer vast (Fig. 2H).
6. DE MAAIHOOGTE INSTELLEN
Duw de hefboom naar buiten om hem uit de huidige stand
te halen. Beweeg de hefboom naar voren of achteren om
de maaihoogte in te stellen.
De hoogte (van maaimes tot grond) kan worden ingesteld
van 25 mm (stand 1: de laagste stand) tot 70 mm (stand
8: de hoogste stand) in 8 hoogtestanden (Fig. 3A en 3B).
Schakel de grasmaaier uit en trek de bougiekap eraf
voordat u de maaihoogte verandert.
WAARSCHUWING:
• Wijzig de instelling alleen als het maaimes stil staat.
7. DE BEDIENINGSHOOGTE
INSTELLEN
1. Draai de vergrendelknoppen los waarmee de onderste
handgreep is bevestigd (Fig. 4A).
2. Beweeg de onderste handgreep omhoog of omlaag
om de gewenste bedieningshoogte in te stellen
(Fig. 4B).
Er zijn 3 instelhoogten waaruit kan worden gekozen op
dit type grasmaaier, waarbij instelling (a) de hoogste
stand is en instelling (c) de laagste stand is.
3. Stel de gewenste bedieningshoogte in en zet daarna de
onderste handgreep vast met de vergrendelknoppen.
WAARSCHUWING:
• De linker- en rechterkant van de onderste handgreep
moeten op dezelfde hoogtestand worden ingesteld.
8. TREKSTARTHANDGREEP
Verplaats de trekstarthandgreep van de motor naar de
koordgeleider (Fig. 5).
9. "2-IN-1"
9.1 INSTELLEN OP MAAIEN MET
ZIJUITWORP
1. Ontgrendel het vergrendelingsmechanisme (Fig. 6A).
2. Til de zijklep voor zijuitworp op (Fig. 6B).
3. Monteer de zijuitworpgeleider op de bevestigingspen
van de zijklep (Fig. 6B en 6C).
4. Laat de zijklep zakken tot op het zijuitworpkanaal
(Fig. 6D).
WAARSCHUWING:
• Alleen met een uitgeschakelde motor en stilstaand
maaimes.
9.2 MULCHMAAIER
Wat is mulchen?
Bij mulchen wordt het gras eerst gemaaid, vervolgens
uiterst fijn versnipperd, en tenslotte in het gras
teruggeblazen als natuurlijke meststof.
Tips voor mulchmaaien:
• Maai het gras regelmatig met maximaal 2 cm van 6 cm
naar 4 cm grashoogte.
• Gebruik een scherp maaimes.
• Maai geen nat gras.
• Gebruik het maximale motortoerental.
• Duw de grasmaaier met een rustige werksnelheid.
• Maak regelmatig de mulchinzet, binnenkant van de
behuizing en het maaimes schoon.
WAARSCHUWING:
• Alleen met een uitgeschakelde motor en stilstaand
maaimes.
1. Til de zijklep op om het zijuitworpkanaal te verwijderen
(Fig. 7A en 7B).
• Door veerkracht gaat de zijklep automatisch omlaag
en zodat de zijuitwopopening in het maaidek wordt
afgesloten.
• Verwijder regelmatig grasresten en aangekoekt vuil
vanaf de zijklep en vanuit de zijuitwopopening.
10. BEDIENINGSINSTRUCTIES
10.1 VOOR DE MOTOR TE STARTEN
Vul de brandstoftank en olietank bij zoals aangegeven in
de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor, die bij de
grasmaaier is geleverd. Lees de gebruiksaanwijzingen
zorgvuldig.
WAARSCHUWING:
• Benzine is bijzonder brandbaar.
Bewaar brandstof in speciaal daarvoor bestemde
jerrycans.
Vul brandstof alleen bij in de open lucht en voordat de
motor wordt gestart, en rook niet tijdens het bijvullen of
hanteren van brandstof.
Verwijder nooit de brandstofvuldop en vul nooit benzine
bij terwijl de motor draait of wanneer de motor warm is.
Als brandstof is gemorst, mag u niet proberen de motor te
starten, maar moet de grasmaaier worden verwijderd van
de plaats waar de brandstof is gemorst, en mag de motor
niet worden gestart voordat de brandstof verdampt is.
Plaats de doppen stevig terug op de brandstoftank en
jerrycan.
Voordat u de grasmaaier kantelt voor onderhoud van
het maaimes of voor aftappen van de olie, moet u de
brandstoftank volledig leegmaken.
WAARSCHUWING:
• In geen geval mag u brandstof bijvullen in een gebouw,
terwijl de motor draait of als het afkoelen van de motor
na draaien korter heeft geduurd dan 15 minuten.
59