13.2 MAAIMES
LET OP:
• Maak de bougiekabel los en aard deze voordat
u aan het maaimes gaat werken om per ongeluk
starten te voorkomen. Bescherm uw handen door
werkhandschoenen te dragen of een doek te gebruiken
als u het maaimes vastpakt. Kantel de grasmaaier
zoals aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing
voor de motor. Verwijder de zeskantbout en ring
waarmee het maaimes en bijbehorende adapter op de
uitgaande as van de motor zijn bevestigd. Verwijder
het maaimes en de adapter vanaf de uitgaande as van
de motor.
WAARSCHUWING:
• Controleer
regelmatig
scheuren, vooral na het raken van een vreemd
voorwerp. Vervang indien nodig.
Voor het beste resultaat moet het maaimes scherp zijn.
Het maaimes kan weer scherp worden gemaakt door het
te verwijderen en de snijkant te slijpen of te vijlen, waarbij
de originele snijhoek zo goed mogelijk gehandhaafd
moet blijven. Het is uitermate belangrijk dat elke snijkant
evenveel wordt geslepen om te voorkomen dat het
maaimes in onbalans raakt. Een onjuiste balans van
het maaimes veroorzaakt sterke trillingen dat weer kan
leiden tot eventuele schade aan de motor en grasmaaier.
Zorg dat het maaimes zorgvuldig uitgebalanceerd wordt
na het slijpen. De balans van het maaimes kan worden
gecontroleerd door het op de ronde steel van een
schroevendraaier te balanceren. Verwijder een beetje
materiaal van het zwaardere gedeelte totdat de balans
weer is hersteld.
Voordat het maaimes en de adapter weer op de grasmaaier
gemonteerd worden, smeert u de uitgaande as van de
motor en de binnenkant van de maaimesadapter met
lichte olie. Monteer de maaimesadapter op de uitgaande
as van de motor (Fig. 11). Monteer het maaimes met het
onderdeelnummer afgekeerd van de adapter. Leg de ring
op juiste wijze op het maaimes en steek de zeskantbout
erdoor. Draai de zeskantbout vast met een draaikoppel,
zoals hieronder aangegeven:
13.3 KOPPEL VOOR MAAIMES
Middenbout 40 N•m – 50 N•m, om zeker te zijn van een
veilig gebruik van het gereedschap. ALLE moeren en
bouten moeten regelmatig nagekeken worden of ze nog
goed vastzitten.
Na langdurig gebruik, vooral op ondergronden met veel
zand, zal het maaimes slijten en zijn oorspronkelijke
vorm verliezen. Het maaien gaat steeds slechter en het
maaimes moet worden vervangen. Vervang het alleen
met een origineel MAKITA-vervangingsonderdeel. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele schade
die veroorzaakt wordt door de onbalans van het maaimes.
Bij vervanging van het maaimes moet u gebruikmaken
een origineel vervangingsonderdeel waarvan het nummer
is aangegeven op het maaimes (MAKITA 263003054)
(het maaimes kunt u bestellen bij uw plaatselijke dealer
of door telefonisch contact op te nemen met ons bedrijf).
WAARSCHUWING:
• Raak het draaiende maaimes niet aan.
62
de
maaimesadapter
13.4 MOTOR
Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor
voor aanwijzingen met betrekking tot motoronderhoud.
Handhaaf de motorolie zoals aangegeven in de aparte
gebruiksaanwijzing voor de motor dat bij uw gereedschap
is geleverd. Lees en volg de instructies zorgvuldig.
Onderhoud onder normale omstandigheden het luchtfilter
zoals aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor
de motor.
Bij zeer stoffige omstandigheden moet het steeds
na enkele uren schoongemaakt worden. Slechte
motorprestaties en het verzuipen van de motor zijn
meestal aanwijzingen dat het luchtfilter onderhouden
moet worden.
Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor
die bij de grasmaaier is geleverd, voor het onderhoud van
het luchtfilter.
Een keer per seizoen moet de bougie worden
op
schoongemaakt en de elektrodenafstand opnieuw worden
ingesteld. Het wordt aangeraden om aan het begin van
elk maaiseizoen de bougie te vervangen. Raadpleeg de
aparte gebruiksaanwijzing voor de motor voor het juiste
bougietype en specificatie van de elektrodenafstand.
Maak de motor regelmatig schoon met een doek of
borstel. Houd het koelsysteem (ventilatorbehuizing)
schoon om een goede luchtcirculatie te realiseren die
essentieel is voor het vermogen en de levensduur van
de motor. Zorg dat al het gras, vuil en brandbare rommel
rondom de geluiddemper is verwijderd.
14. OPBERGEN (BUITEN HET
SEIZOEN)
De volgende stappen moeten worden genomen om de
grasmaaier voor te bereiden op het opbergen.
1. Maak de brandstoftank leeg na de laatste maaibeurt
van een seizoen.
a) Maak de brandstoftank leeg met een zuigpomp.
LET OP:
• Tap de benzine niet af in een afgesloten vertrek,
in de buurt van open vuur, terwijl u rookt, enz.
Benzinedampen kunnen een explosie of brand
veroorzaken.
b) Start de motor en laat deze draaien tot alle
resterende benzine is opgebruikt en de motor
afslaat.
c) Verwijder de bougie. Gebruik een oliekannetje
om ongeveer 20 ml olie in de verbrandingskamer
te gieten. Bedien de starter zodat de olie in de
verbrandingskamer gelijkmatig wordt verdeeld.
Plaats de bougie terug.
2. Reinig en smeer de grasmaaier zorgvuldig zoals
hierboven beschreven onder "Smeren".
3. Smeer het maaimes licht in om roesten te voorkomen.
4. Berg de grasmaaier op in een droge, schone en
vorstvrije ruimte, buiten het bereik van onbevoegde
personen.
LET OP:
• De motor moet volledig afgekoeld zijn voordat u de
grasmaaier mag opbergen.