Max Music 173.256 Manual De Instrucciones página 7

DE GITAAR OPBERGEN
• Houd het instrument niet in de buurt van een vuur of vlam en houd het op een laag, stabiel oppervlak.
• Laat het instrument niet tegen de muur leunen, etc., in de buurt van kinderen.
• Langdurige opslag in de harde koffer kan een nadelige invloed hebben op de gitaar. Open de koffer af en toe om lucht in de
koffer te laten circuleren.
• Als het instrument voor langere tijd niet wordt gebruikt, bewaar het dan op een andere plaats dan de hieronder genoemde.
▪ Plaatsen die blootstaan aan direct zonlicht.
▪ Locaties die onderhevig zijn aan extreem hoge of lage temperaturen.
▪ Locaties die onderhevig zijn aan hoge vochtigheid, stof of trillingen.
▪ Tijdens het zomerseizoen kan de temperatuur in de auto extreem hoog oplopen. Laat het instrument niet achter in een auto.
VERSTERKER
1. Gitaaringang – Sluit hier uw gitaar aan.
2. Gain – Pas de hoeveelheid voorversterking aan. Een hoge gain-instelling zorgt voor meer
vervorming en sustain.
3. Boost – Druk hierop om de boost-modus in of uit te schakelen.
4. Volume – Draaien om het uitgangsniveau van de versterker aan te passen.
5. Treble – Draaien om de hoge tonen aan te passen.
6. Mid – Draaien om de middentonen aan te passen.
7. Bass – Draai om de lage (bas)tonen aan te passen.
8. Phones – Voor het aansluiten van een stereokoptelefoon.
9. AUX – Sluit een audiobron (bijv. MP3-speler, mobiele telefoon) aan om mee te spelen.
10. Power – Schakel de versterker aan/uit.
HOOGTEVERSTELLING (BORGMOER)
1. Verwijder de 3 zeshoekige slotschroeven, waardoor de moerbasis bloot komt te
liggen.
2. Draai de 4 bevestigingsschroeven van de moerbasis los.
3. Pas de hoogte aan door aan de hoogteafstelschroeven te draaien. Verhoog de
basis door rechtsom te draaien, verlaag de basis door linksom te draaien.
OPMERKING: De gitaar is in de fabriek afgesteld in de beste staat, vermijd het
afstellen tenzij je de benodigde ervaring hebt. Anders is het raadzaam om de afstelling
aan je dealer toe te vertrouwen.
HOOGTEVERSTELLING (BRUG)
Snaarhoogte verwijst naar de ruimte tussen de snaren en frets en heeft invloed op de bespeelbaarheid. De snaarhoogte wordt
aangepast met de brug en/of het zadel op de brug. Stel de hoogte in door afwisselend de schroeven aan de linker- en
rechterkant een beetje bij te draaien. Te hoog ingesteld is het instrument moeilijk bespeelbaar. Te laag resulteert in fretruis. Stel
zo af dat de ruimte tussen de snaar en de laatste fret als volgt is:
Snaar Toon
1 E
2 B
3 G
4 D
5 A
6 E
SNAREN VERVANGEN
1. Gebruik de meegeleverde inbussleutel om de drie zeskantige schroeven
los te draaien.
2. Draai de afzonderlijke snaarvergrendelingen los, opnieuw met behulp van
de meegeleverde inbussleutel.
3. Vervang de oude snaren door nieuwe snaren.
4. Gebruik de inbussleutel om elk touwtje vast te zetten.
5. Controleer na het vergrendelen of de fijnafstemmingsschroeven in het
midden van hun slagbereik staan.
Hoogte
1.9mm
2.0mm
2.1mm
2.2mm
2.3mm
2.4mm
7