X. De accu opladen/ontladen
en opslaan
Waarschuwing: de volgende instructies moeten altijd worden
opgevolgd.
Gebruik uitsluitend de originele oplader. Het onjuist gebruik kan resulteren
in persoonlijk letsel en verlies van eigendom. Volgens de garantie geldt
geen aansprakelijkheid als gevolg van het gebruik van een andere
oplader dan de originele oplader.
Laad het product niet op in de buurt van een vloeistof of vuur. Vermijd
altijd de aanwezigheid van brandende stoffen. Laat het apparaat niet
onbewaakt wanneer het wordt opgeladen.
Laad de accu niet op als de oplaadpoort of oplaadkabel nat is.
Laad de accu niet op en gebruik deze niet als deze is beschadigd of als u
sporen van water ziet.
De oplaadinterface heeft een speciale sleuf. Forceer de stekker niet in
deze sleuf omdat dit het apparaat kan beschadigen.
De oplaadindicator is rood wanneer de accu wordt opgeladen. De
indicator is groen wanneer het opladen is voltooid.
Verwijder de oplader wanneer de oplaadindicator groen is. Het te veel
opladen of ontladen resulteert in onherstelbare schade aan de accu of
verlies van eigendom. Als de oplaadindicator direct groen brandt als u de
oplader meteen na een rit aansluit, koppelt u de oplader los en laat u de
accu afkoelen voordat u deze oplaadt. Dit is een normaal verschijnsel van
slimme beveiliging als gevolg van de hoge interne temperatuur van de
accu. Het opladen kan starten zodra de accu is afgekoeld.
Stop het opladen en koppel de oplader los als de accu niet volledig
is opgeladen nadat deze is opgeladen gedurende de aangeraden
tijdsperiode. Neem contact op met de klantenservice voor meer
informatie.
De oplaadpoort moet na elke oplaadsessie worden afgedekt door de
bijgesloten rubberen kap.
Let altijd goed op wanneer u omgaat met de accu.
Stop het gebruik van de accu als de accu buitengewoon heet wordt, geur
waarneembaar is, verkleuring, vervorming vertoont of als u een andere
ongewone omstandigheden opmerkt tijdens het gebruik, opladen of
opslag.
De accu kan worden gebruikt binnen het volgende temperatuurbereik.
Overschrijdt dit bereik niet.
Bedrijfstemperatuur: -10-60°C (accuprestaties variëren met de
temperatuur)
Oplaadtemperatuur: 10-45°C
Opslag- en transporttemperatuur: -10-45°C
Opslagvochtigheid: 10-80%
NL-77