Wanneer de telefoon rinkelt, pakt u de handset op om een oproep te
beantwoorden.
Als u wenst om AUTO ANSWER (AUTOMATISCH BEANTWOORDEN)
uit te schakelen, zie, Het automatisch beantwoorden instellen. De
standaard instelling is ON (AAN).
7.3
Volume regelen
Er zijn vijf volumeniveaus (VOLUME 1 tot"VOLUME 5) waarmee u het
volume van de handset en de luidspreker kunt kiezen.
Tijdens een oproep:
.
Druk op
om van VOLUME 1 tot VOLUME 5 te selecteren. De
huidige instelling wordt weergegeven. Wanneer u de oproep beëindigd,
zal de instelling in het laatste geselecteerde niveau blijven.
7.4
Microfoon uit
U kunt de microfoon uitschakelen zodat u met iemand kunt praten
zonder dat de beller u kan horen tijdens een oproep.
Tijdens een oproep:
m
• Druk op
("GEDEMPT") wordt weergegeven op de LCD. Uw beller kan u niet
horen.
• Druk nogmaals op
7.5
Een oproep beëindigen
Tijdens een verbinding, drukt u op
OF
Plaats de handset op de basis of oplader om de oproep te beëindigen.
7.6
De toetsenbord vergrendeling AAN/UIT schakelen
• In stand-by, houd "
aan te schakelen. Het icoon wordt weergegeven op de LCD.
• Om het toetsenbord te ontgrendelen, houd u
om de microfoon uit te schakelen en "MUTED"
m
om microfoon opnieuw te activeren.
X
" ingedrukt om de toetsenbord vergrendeling
O
om de oproep te beëindigen.
X
81
ingedrukt.