Houd het apparaat vrij van brandbare materialen, benzine en andere brandbare dampen en vloeistoffen.
Belemmer de stroom van verbrandingsgassen en ventilatielucht niet.
Houd de ventilatieopening(en) vrij en vrij van vuil.
Controleer en reinig brander/venturibuizen op insecten en insectennesten. Een verstopte buis kan leiden tot brand onder het toestel.
De normale vlam moet grotendeels blauw zijn en eruitzien alsof hij de brander aan de onderkant raakt, met een minimale
hoeveelheid geel/oranje.
Te veel geel/oranje geeft aan dat er niet genoeg primaire zuurstof is en dat de primaire luchtregelaar moet worden gedraaid om
extra luchtinlaat mogelijk te maken. Dit model is ontworpen voor gebruik in de maritieme omgeving of op zeeniveau.
De te gebruiken hervulbare LP-gasfles moet zijn geconstrueerd en gemarkeerd in overeenstemming met de specificaties voor
Europese LP-gasflessen.
Bij gebruik van hervulbare LP-flessen moet het toevoersysteem zijn ingericht voor damponttrekking. De flexibele slang/buis moet
voldoen aan de lokale gasregelgeving en mag niet langer zijn dan 1,5 m (59 inch) en de rustplaats voor de voorraadtank moet
minimaal 1,0 m (40 inch) van het apparaat verwijderd zijn.
1. Bewaar geen reserve LP-gasfles onder of in de buurt van dit apparaat.
2. Vul de cilinder nooit voor meer dan 80 procent; En
3. Als de instructies in (1) en (2) niet exact worden opgevolgd, kan er brand ontstaan met de dood of ernstig letsel tot gevolg.
Plaats de stofkap op de uitlaat van het cilinderventiel wanneer de cilinder niet in gebruik is. Installeer alleen het type stofkap op de
uitlaat van de cilinderklep die bij de flesklep is geleverd. Andere soorten doppen of pluggen kunnen leiden tot lekkage van propaan.
Bij gebruik van wegwerpcanisters moet de bij het apparaat geleverde drukregelaar van 30 mbar worden gebruikt. Vervangende
drukregelaars en slangassemblages zijn gespecificeerd door de fabrikant van het apparaat en uw lokale gasregelgeving.
ONDERDELEN & MONTAGE
23