Func�e Inleiding:
1. Opladen: sluit de oplader aan om op te laden, met eerst de AC-stekker en daarna
de DC-stekker. Wanneer de stroombalk op het fietshandvat vol aangee� en de indica-
tor van de oplader groen wordt van rood, gee� dit aan dat er vol vermogen is.
2. Druk op de powerknop: Druk de powerknop naar voren om de fiets aan te ze�en.
Het dashboard licht op na het opstarten; Druk de powerknop terug om de fiets uit te
schakelen. Het lampje op het dashboard is uit na het uitschakelen.
3. Na het opstarten licht het dashboard op en gee� de hoeveelheid elektriciteit aan.
4. Claxon: Als je op de claxonknop drukt, klinkt de claxon.Beveel hem lichtjes aan.
Als u langer dan 10 seconden drukt, stopt de claxon en moet u opnieuw drukken.
5.Voorlicht: Druk op de claxonknop en houd deze 3 seconden ingedrukt om het
voorlicht te ac�veren of uit te schakelen.
6.Rem- en achterlicht: Achterlicht brandt bij het remmen. Het kan geen gas geven
voordat de rem volledig los is.
7.Zero speed boo�ng: u kunt versnellen door het handvat zachtjes te draaien.
8.Versnelling: Versnel langzaam, forceer de roterende bar niet hard of het zal worden
gebroken.
9.Cruise: Druk �jdens het rijden op de uniforme cruise knop, dan rijdt de motor met
dezelfde snelheid. Druk nogmaals op de knop en rem of laat de draaistang los en geef
weer gas, dan wordt de uniforme cruise modus geannuleerd.
41