1.7
Indicators en symbolen digitaal scherm
De cassette beweegt in de machine.
De heating plate en het mes bewegen naar beneden.
De heating plate en het mes bewegen naar boven.
De cassette beweegt uit de machine.
De sealingfilm wordt automatisch teruggespoeld.
De veiligheidsafdekking is geraakt.
De filmsensor detecteert de sensormarkering.
De heating plate wordt verwarmd.
H1
De machine is ingesteld op manuele sealingmodus.
De machine is ingesteld op automatische sealingmodus.
6
1.8
Sealparameters instellen
P0. Druk op AAN/UIT om de machine te starten. Op het linker scherm is de
teller te zien, en op het rechter scherm de temperatuur.
P1. Druk op INSTELLEN voor de instelling P1 – TEMPERATUUR.
Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om de ingestelde
temperatuur te verhogen of te verlagen. Een vaak aanbevolen waarde
is 100-160 °C.
H1
P2. Druk op INSTELLEN voor de instelling P2 – TELLERMODUS.
Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om de tellermodus te wis-
selen tussen "LOK" en "OPN". Als "LOK" is geselecteerd, kan de teller
niet hersteld worden met de knop TELLER HERSTELLEN. Als de modus
"OPN" is geselecteerd, kunt u met de knop TELLER HERSTELLEN de
teller terugzetten op nul.
P3. Druk op INSTELLEN voor de instelling P3 – SEALTIJD.
Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om de sealtijd te verlengen
of verkorten. Een eenheid komt overeen met 0,1 seconde. We bevelen
een waarde aan tussen 005 en 020 (0,5 - 2,0 seconden).
P4. Druk op INSTELLEN voor de instelling P4 – AUTOMATISCHE START-
VERTRAGING.
Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om de automatische
startvertragingstijd te verhogen of verlagen (vertraging in tijd vanaf het
plaatsen van de container in de cassette tot de automatische start van
het sealen). Een eenheid komt overeen met 0,1 seconde. Deze instelling
wordt alleen gebruikt als de automatische sealingmodus wordt ge-
bruikt. Er wordt een waarde aanbevolen tussen 005 en 010.
P5. Druk op INSTELLEN voor de instelling P5 – TERUGSPOELTIJD FILM .
Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om de terugspoeltijd van
de film te verhogen of verlagen. Als u film met sensormarkeringen
gebruikt, stel dan de waarde in op 000. Als er geen sensormarkeringen
gebruikt worden, stel de waarde dan in op een geschikt getal dat lang
genoeg is om te voorzien in voldoende film voor iedere nieuwe cyclus.
Waarschijnlijk ligt de waarde tussen 015 en 035.
P6. Druk op INSTELLEN om de instelmodus te sluiten en terug te keren naar
de normale weergave. Op het linker scherm wordt "YF" weergegeven,
en op het rechter scherm wordt "LCC" weergegeven.
7