Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
d) Laad de energiecentrale, indien mogelijk, volledig op voordat er langdurige stilstand optreedt.
(Voor langdurig gebruik dient u het station minimaal één keer per 6 maanden volledig op te
laden).
2. Het opladen van de elektriciteitscentrale
a) Opladen via AC-kabel (maximaal laadvermogen: 200 W)
Steek de oplaadkabel in een stopcontact en steek vervolgens de andere kant in de AC-ingang van het
draagbare krachtstation. U kunt de oplaadstatus zien op het LCD-scherm (2).
b) Opladen met zonnepaneel (maximaal laadvermogen: 200 W). Zonnepaneel is optioneel.
Plaats het zonnepaneel op een locatie waar het zoveel mogelijk direct zonlicht kan ontvangen.
De laadstatus kan worden gecontroleerd op het LCD-display (3). Het opladen stopt zodra de batterij
volledig is opgeladen.
OPMERKINGEN:
1. Gebruik voor het opladen via een stopcontact alleen de door de fabrikant gespecificeerde oplader.
2. Voor opladen via zonne-energie wordt een zonnelader met de volgende specificaties aanbevolen.
- DC-uitgang: 12-30 V Meer dan 200 W
- Oplaadtype: MPPT
- Connector: DC-mannelijke connector
Hoe de EC5-poort te gebruiken
a) Om te helpen bij het starten van de auto (om de accu van de auto van stroom te voorzien), maar
zorg ervoor dat de resterende accucapaciteit minimaal 60% is voordat u deze functie gebruikt.
b) Let op de juiste polariteit van de startkabels.
c)
Nadat u de startkabels op het accustation hebt aangesloten, zet u de hoofdschakelaar aan en
drukt u op de DC-knop. Op het display wordt DC ON weergegeven. Wacht ongeveer 10 minuten.
Druk nogmaals op de DC-knop. Op het display wordt DC OFF weergegeven. Verwijder de starter.
terminal, probeer de contactsleutel om te draaien om de auto te starten.
Beschrijving van alarminformatie.
a) Overbelasten
Wanneer het gebruikte uitgangsvermogen groter is dan het opgegeven uitgangsvermogen dat voor het
model kan worden gebruikt, wordt de melding "OVERLOAD" weergegeven in het alarmgebied. Het is
noodzakelijk om het vermogen van de elektronische apparatuur te verminderen. Als de AC-uitgang op dit
moment is uitgeschakeld, drukt u nogmaals op de AC ON/OFF-knop en start u het apparaat opnieuw op.
b) Hoge temperatuur.
Wanneer de interne temperatuur hoger is dan 35 graden Celsius of het uitgangsvermogen hoger is dan het
nominale vermogen, begint de koelventilator te werken. Wanneer de interne temperatuur hoger is dan 80
graden Celsius, klinkt het temperatuuralarm. De AC- en DC-uitgangen worden uitgeschakeld en het
alarmgebied toont "HI TEMP", waardoor de werking onmiddellijk wordt stopgezet. Om het apparaat
opnieuw op te starten, wacht tot de temperatuur onder de 40 graden Celsius daalt.
3.4.
Reiniging en onderhoud
a)
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat schoonmaakt of opbergt.
b)
Gebruik alleen niet-corrosieve reinigingsmiddelen om het oppervlak te reinigen.
c)
Bewaar het toestel op een droge, koele plaats, vrij van vocht en directe blootstelling aan zonlicht.
d)
Spuit het apparaat niet af met een waterstraal en dompel het niet onder in water.
e)
Zorg dat er geen water in het apparaat komt via openingen in de behuizing van het apparaat.
f)
Maak de ventilatieopeningen schoon met een borstel en perslucht.
g)
Het apparaat moet regelmatig worden geïnspecteerd om de technische doeltreffendheid ervan te
controleren en eventuele schade op te sporen.
h)
Gebruik een zachte doek voor het schoonmaken.
i)
Gebruik voor het schoonmaken geen scherpe en/of metalen voorwerpen (bijv. een staalborstel of een
metalen spatel) omdat deze het oppervlaktemateriaal van het apparaat kunnen beschadigen.
NL
Publicidad
