Aansluiting afvoerleiding
OPMERKING: Hier worden normale handelspraktijken vermeld.
Lokale voorschriften kunnen het nodig maken om de volgende suggesties te wijzigen.
Win advies in bij de lokale overheden voor u een systeem installeert.
1. De eenheid moet hoger dan de afvoer gemonteerd worden en niet verder dan 6,1 meter (20 voet)
er vandaan. Gebruik een aangepast adapterstuk om de kunststof buis van 13 mm (1/2 inch) op de
verbinding van de afvoerleiding van de regelklep aan te sluiten.
2. Als de eenheid zich op een afstand van 6,1 – 12,2 m (20 – 40 voet) van de afvoer bevindt, gebruik dan
een buis van 19 mm (3/4 inch). Gebruik aangepaste verbindingsstukken om de 19 mm (3/4 inch) buis
met de 19 mm (3/4 inch) NPT afvoeraansluiting op de klep te verbinden.
3. De afvoerleiding mag tot 1,8 m (6 voet) omhoog lopen, op voorwaarde dat ze niet langer is dan
4,6 meter (15 voet) en dat de waterdruk ter hoogte van de ontharder minimum 2,76 bar (40 psi)
bedraagt. De leiding mag voor elke bijkomende drukstijging van 0,69 bar (10 psi) ter hoogte van de
afvoerverbinding met 610 mm (2 voet) verhoogd worden.
4. Waar de afvoerleiding omhoog loopt, maar uitmondt in een afvoer onder het niveau van de regelklep,
vormt u op het uiteinde van de leiding een lus van 180 mm (7 inch), zodat de onderkant van de lus zich
op hetzelfde niveau bevindt als de verbinding van de afvoerleiding. Dat vormt een geschikte sifon.
Waar de afvoer in een hoger liggende rioolbuis uitmondt, moet een gootsteensifon gebruikt worden.
5. Gebruik een buigtang om een klem open te zetten. Schuif de klem ongeveer 2 – 5 cm (1 – 2 inch) op
een uiteinde van de buis voor de afvoerleiding en laat ze los.
6. Duw de buis over het geribbelde verbindingsstuk van de afvoerleiding.
7. Zet de klem open en schuif ze op de buis naar omhoog om de buis op het verbindingsstuk te klemmen.
8. Zet het uiteinde van de afvoerleiding vast zodat die niet kan bewegen.
OPMERKING: De afvoerleiding sluit aan op de elleboog die u voordien geïnstalleerd
hebt. Ze bevindt zich tussen de aansluitingen voor de waterleidingen op de achterzijde
van de klep.
OPMERKING: Verbindingen voor afvalwater of de uitgang van de afvoer worden
ontworpen en gebouwd om via een luchtspleet van 2 buisdiameters of 22 mm (1 inch) –
wat het grootste is – aan te sluiten op het sanitair afvalwatersysteem.
WAARSCHUWING: Steek een afvoerleiding nooit direct in een afvoer, een rioolbuis of een
sifon (Illustratie 8). Laat altijd een luchtspleet tussen de afvoerleiding en het afvalwater om
te vermijden dat vuil tot in het waterbehandelingssysteem gezogen wordt.
Pentair Residential Filtration, LLC
Right Way
Illustratie 8 Afvoerleiding met luchtspleet
109
Rev B