2012/19/EU (Direttiva WEEE): I prodotti
contrassegnati con questo simbolo, non possono
essere smaltiti nei comuni contenitori per lo
smaltimento rifiuti, nell' Unione Europea. Per il
loro corretto smaltimento, potete restituirli al
vostro fornitore locale a seguito dell'acquisto di un
prodotto nuovo equivalente, oppure rivolgervi e
consegnarli presso i centri di raccolta preposti.
Per maggiori informazioni vedere:
www.recyclethis.info
Questo prodotto può contenere una batteria che
non può essere smaltita come rifiuto urbano
nell'Unione Europea. Controllate la
documentazione del prodotto per le informazioni
specifiche sulla batteria. La batteria è
contrassegnata con questo simbolo e può
includere alcuni caratteri ad indicare la presenza
di cadmio (Cd), piombo (Pb) oppure mercurio
(Hg). Per il corretto smaltimento, potete restituirli
al vostro fornitore locale, oppure rivolgervi e
consegnarli presso i centri di raccolta preposti.
Per maggiori informazioni vedere:
www.recyclethis.info
Informazioni di contatto
www.firesecurityproducts.com o www.aritech.com
Assistenza clienti
Per il servizio di assistenza clienti, visitare
www.firesecurityproducts.com
NL: Installatieblad
Beschrijving
Afbeelding
Beschrijving
1.
Zijkant
2.
Bovenkant
3.
Onderkant
4.
Steun
Registreren mod.
Om de sensor te registreren, moet u de centrale in de
programmeer modus zetten. Ga vervolgens naar het menu
Sensors inlezen. Raadpleeg de handleiding van uw specifieke
alarmpaneel voor details over deze menu's. Lokaliseer op de
RF711I4 de verticale lijn aan de zijkant van de sensor. U hebt
een magneet nodig (niet meegeleverd) om een transmissie
van de sensor te starten.
1.
Om als overstromingssensor te registeren: veeg een
magneet driemaal naast de sensor over het punt dat door
de lijn wordt aangegeven. Selecteer vervolgens de
geschikte sensorgroep en -nummer. De
overstromingssensor gebruikt het serienummer dat
achterop het apparaat is afgedrukt.
2.
Om als bevriezingssensor te registeren: veeg een
magneet viermaal naast de sensor over het punt dat door
de lijn wordt aangegeven. Selecteer vervolgens de
geschikte sensorgroep en -nummer.
P/N 466-5253 • REV G • ISS 16DEC20
Bediening
De RF711|4 overstromingssensor is ontworpen om water te
detecteren over de gouden sondes en waarschuwt direct bij
aanwezigheid. De bevriezingssensor activeert als de
temperatuur lager is dan 5°C en stuurt een herstelmelding bij
7°C.
Plaatsing
Plaats de sensor waar u hem wilt hebben om water en/of
vriestemperaturen te detecteren, zoals onder een gootsteen,
bij een boiler of geiser, in een kelder of achter een
wasmachine. Bepaal of deze locatie geschikt is voor de
sensor door de procedure te volgen in de sectie "De sensor
testen" om te bepalen of de gewenste signaalsterkte bereikt
wordt. Als u er zeker van wilt zijn dat de sensor niet van de
gewenste locatie losraakt, moet u de optionele sensorhouder
gebruiken die u bij uw leverancier kunt kopen (zie afb. 4) en
deze vastzetten op de vloer of de muur.
Plaats sensoren, indien mogelijk, niet verder weg dan 30 meter
van de centrale. Hoewel een zender een bereik in de
buitenlucht van meer dan 120 meter kan hebben, kan de
omgeving van de installatie een aanzienlijke invloed hebben op
het bereik. De draadloze communicatie kan verbeteren door
een andere locatie te kiezen.
De sensor testen (wekelijkse test)
Met de sensortest kunt u de communicatie tussen de sensor
en de centrale/ontvanger controleren. Als u de sensor wilt
testen, raadpleegt u de documentatie voor uw
centrale/ontvanger en gaat u als volgt te werk:
1.
Zet de centrale/ontvanger in de teststand voor de sensor.
2.
Door een magneet te gebruiken, kunt u een overstroming
OF bevriezing doorgeven:
•
Door een magneet eenmaal (naar binnen/naar buiten)
naast de lijn op de zijkant van de behuizing te vegen,
worden overstromingsactiverings- en herstelsignalen
verzonden.
•
Door een magneet tweemaal te vegen, worden
bevriezingsactiverings- en herstelsignalen verzonden.
•
Door natte vingers te plaatsen op een van de twee
sondes wordt eveneens een overstromingssignaal
geactiveerd.
3.
Let op de pieptonen op bediendeel of sirene om te
bepalen of u de juiste reactie krijgt.
4.
Sluit de teststand voor de sensor af.
De batterij vervangen
Als de batterij bijna leeg is, wordt een signaal naar de centrale
gezonden. Hoe de batterij te vervangen:
1.
Verwijder voorzichtig de witte rubberen voet van onder de
overstromingsdetector.
2.
Verwijder de drie schroeven en open de behuizing.
Vervang de batterij door een CR2450 lithium-batterij.
3.
Plaats de schroeven en rubberen voet terug.
Specificaties
Te gebruiken met
Aritech-registratiecentrales en ontvangers
9 / 16