B
OMGAAN MET DE AFSTANDSBEDIENING
BATTERIJEN PLAATSEN EN VERVANGEN
1. Plaats de batterijen vóór gebruik in de afstandsbediening.
2. Plaats de batterijen en zorg er daarbij voor dat de (+) en (-) op het uiteinde van de batterijen overeenko-
men met de symbolen in het batterijvakje.
3. Schuif het klepje terug op zijn plek.
G
OPMERKING BATTERIJ
•
Combineer geen oude en nieuwe batterijen met elkaar of verschillende soorten batterijen.
•
Laat geen batterijen in de afstandsbediening zitten als u het apparaat langer dan 2 maanden
niet gaat gebruiken.
BATTERIJ VERWIJDEREN
Gooi geen lege batterijen met het restafval weg. Raadpleeg de lokale wetgeving voor de juiste afvoer van
batterijen.
TIPS VOOR HET GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
•
Gebruik de afstandsbediening binnen een straal van 8 meter van de unit.
•
De unit zal gaan piepen als hij het signaal van de afstandsbediening ontvangt.
•
Gordijnen, overige materialen en direct zonlicht kunnen de werking van de infrarood signaalontvan-
ger verstoren.
•
Verwijder de batterijen als u de afstandsbediening langer dan 2 maanden niet gebruikt.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Het apparaat voldoet aan de nationale regelgeving.
•
In Canada voldoet het apparaat aan CAN ICES-3(B)/NMB-3(B).
•
In de VS voldoet het apparaat aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Voor het gebruik van het appa-
raat gelden de volgende twee voorwaarden:
(1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en
(2) Dit apparaat moet alle inkomende interferentie ontvangen, waaronder interferentie die mogelijk een
ongewenste werking kan veroorzaken.
1
65