BEDIENINGSHANDLEIDING
Als de ingestelde waarde door de in de meting staande stroom gedurende langere tijd wordt
overschreden, dan kan er een verwarming optreden, die de operationele en functionele veiligheid
van interne schakelingen kan beïnvloeden.
Ter vermijding van ontladingen en/of onnauwkeurige meetwaarden geen stroommetingen
uitvoeren aan hoogspanningsleidingen (> 600 V).
Meting AC-stroom
Vergewis u ervan dat de testsnoeren uit de meetbussen zijn getrokken.
Functieschakelaar op bereik A~ zetten.
Een van de te meten geleiders omvatten met de stroomomzetter (bek van de tang). Vergewis u
ervan dat de tang volledig is gesloten.
Meetwaarde aflezen.
Door de "True RMS" functie treden er schommelingen van de nulafstelling tot 30 digits op, die
echter geen invloed hebben op de meetwaarde.
Meting DC-stroom
Vergewis u ervan dat de testsnoeren uit de meetbussen zijn getrokken.
Functieschakelaar op bereik A= zetten.
De te meten geleiders omvatten met de stroomomzetter (bek van de tang). Vergewis u ervan dat
de tang volledig is gesloten. Let op de polariteitstekens!
Meetwaarde aflezen.
Eventueel moet vóór de meting een nulafstelling worden uitgevoerd.
Hiervoor de bekken van de tang meermaals openen en sluiten, daarna wachten tot de waarde in
het display gestabiliseerd is, en dan op de toets "SEL" drukken. De waarde in de indicatie gaat
naar 0.00 en er verschijnt "ZERO" in het display.
Het kan voorkomen dat het laatste cijfer enigszins schommelt, maar dit is geen fout.
Meting DC-spanning
De maximale ingangsspanning in het bereik V DC bedraagt 600 V DC. Ter vermijding van
gevaren door elektrische schokken en/of beschadiging van het instrument elke poging om
spanningen hoger dan 600 V DC te meten achterwege laten.
Functieschakelaar op bereik "V" zetten.
Toets "SEL" voor keuze van DC indrukken.
Zwarte en rode testsnoeren in ingangen COM resp. INPUT steken.
Testsnoeren aan te meten stroomkring leggen en waarde aflezen.
92