Meting AC-spanning
De maximale ingangsspanning in het bereik AC-V bedraagt 600 V RMS. Ter vermijding van
gevaren door elektrische schokken en/of beschadiging van het instrument elke poging om
spanningen hoger dan 600 V RMS te meten achterwege laten.
Functieschakelaar op bereik "V" zetten.
Toets "SEL" voor keuze van AC indrukken.
Zwarte en rode testsnoeren in ingangen COM resp. INPUT steken.
Testsnoeren aan te meten stroomkring leggen en waarde aflezen.
Meting weerstand / doorgang / diode
Vóór elke uitvoering van een weerstandsmeting garanderen dat de kring geen enkele stroom
geleidt en alle condensatoren ontladen zijn.
Functieschakelaar op bereik "Ω/
" zetten.
Door de toets "SEL" in te drukken kan worden geschakeld tussen weerstands-, doorgangs- en
diodemeting.
Zwarte en rode testsnoeren in ingangen COM resp. INPUT steken.
Testsnoeren aan te meten kring leggen en waarde aflezen.
Opmerking: De doorgangstest is geschikt voor de vaststelling van kortsluitingen / open
stroomkringen.
Auto Power OFF
Het instrument schakelt zich na ca. 30 minuten automatisch uit om de batterij te sparen.
Als het instrument zich in de "Slaapstand" bevindt, dan kan men door de toets "SEL" in te
drukken weer terugkeren naar het normale meetbedrijf.
True RMS
Bij de meting van niet-sinusvormige golfvormen treden bij gebruik van de True RMS functie
geringere meetfouten op, zoals bij het gebruik van traditionele meetprocedures.
Sinusvormige en niet-sinusvormige signalen kunnen met de True RMS functie exact worden
gemeten.
Bij wisselstroom en wisselspanning kunnen schommelingen van de nulafstelling van 1 – 50 digits
optreden.
Het testresultaat wordt daardoor niet beïnvloed.
Om de precisie van het instrument te maximaliseren moet de wisselspanning > 13 mV en de
wisselstroom > 1,3 A zijn.
93