NL
Licht gemarkeerd met ultrasoon symbool - ultrasoon aan/uit
weergave "MIN" - minuten,
weergave "SEC" - seconden,
de knop "+" - de tijd verlengen,
de knop "-" - de tijd verminderen,
de knop voor ultrageluid.
De vloeistofopwarmtemperatuur instellen / Opwarmen starten
Om de voorverwarmtemperatuur in te stellen, schakelt u het apparaat in door de aan/uit-schakelaar in de aan - I stand te zetten.
Gebruik de temperatuurverhogings- of -verlagingsknoppen op het voorverwarmingspaneel om de temperatuur in te stellen tus-
sen 0 ~ +80
C. Tijdens het instellen verandert de temperatuurwaarde op het display. De vloeistof wordt alleen verwarmd als de
o
ingestelde temperatuur hoger is dan de huidige vloeistoftemperatuur. De verwarming start wanneer de verwarmingsknop wordt
ingedrukt. De weergave van de huidige temperatuur begint te knipperen, wat betekent dat het vloeistofverwarmingsproces is
ingeschakeld. Het indicatielampje voor het voorverwarmen gaat branden wanneer het verwarmingselement wordt geactiveerd.
Als de ingestelde temperatuur is bereikt, gaat het verwarmingslampje uit. Het apparaat zal de verwarming automatisch starten
en stoppen om de ingestelde temperatuur te behouden. De verwarming wordt uitgeschakeld wanneer de verwarmingsschakelaar
opnieuw wordt ingedrukt. De weergave van de huidige temperatuur stopt met knipperen en het voorgloeilampje gaat uit. Het
opwarmen kan op elk moment worden beëindigd door op de voorverwarmingsknop te drukken.
Instelling looptijd ultrageluid / opstarten ultrageluid
Om de looptijd van het ultrageluid in te stellen, schakelt u het apparaat in door de aan/uit-schakelaar in de stand aan - I te zetten
en gebruikt u de knoppen voor het verhogen of verlagen van de tijd op het paneel voor het ultrageluid run om de looptijd van het
ultrageluid in te stellen van 0 tot 30 minuten. De ultrasone reiniging start wanneer de ultrageluidsknop wordt ingedrukt. Het ultra-
geluid-lampje op het paneel gaat branden. Tijdens de ultrasone reiniging hoort u een duidelijk geluid. Het aftellen tot het einde van
de reiniging wordt weergegeven op de displays van het ultrageluidpaneel in minuten en seconden. De ultrasone reiniging wordt
uitgeschakeld wanneer de ultrageluidsknop opnieuw wordt ingedrukt. Het echolampje gaat uit. De ultrasone reiniging kan op elk
moment worden beëindigd door op de ultrageluidsknop te drukken.
Proces voor het verwijderen van vloeistof uit het apparaat
Verwijder na de werkzaamheden de vloeistof uit de tank van het apparaat. Het is verboden om vloeistof in de tank van het
apparaat achter te laten. Het kan afzettingen produceren die moeilijk te verwijderen zijn en, als gevolg van bijvoorbeeld een
temperatuurdaling, kunnen bevriezen en het apparaat beschadigen. Draag beschermende handschoenen voordat je de vloei-
stof verwijdert. Schakel het apparaat uit door de schakelaar in de uit-positie te plaatsen - O. Haal de stekker van het apparaat
uit het stopcontact. Laat de reinigingsvloeistof en de behuizing van het apparaat volledig afkoelen. Maak een opvangbak klaar
met voldoende inhoud om de vloeistof uit het wasmachinetankje te verwijderen. Reinigingsvloeistoff en mogen niet in de afvoer
of in de grond worden gegoten, maar moeten worden afgevoerd volgens de instructies die bij de vloeistof worden geleverd.
Verwijdering kan onderhevig zijn aan plaatselijke voorschriften. Plaats een opvangbak onder de uitlaat van de aftapkraan die
de hoeveelheid vloeistof in de wasmachine kan bevatten. Zet de hendel van de aftapkraan langzaam in de open stand - parallel
aan de kraan (V). Het verwijderen van de vloeistof uit het apparaat moet altijd onder toezicht gebeuren om te voorkomen dat de
vloeistof bijvoorbeeld buiten het vat terechtkomt. Zodra de vloeistof is verwijderd, zet u de hendel van de aftapklep in de gesloten
stand - loodrecht op de klep (II). Pak de handgrepen vast en trek de mand met de gereinigde items voorzichtig uit de tank, zodat
er geen restvloeistof die zich op de mand en de items bevindt, in de behuizing van het apparaat terechtkomt. Ga verder met het
onderhoud van het apparaat.
De aftapkraan is voorzien van een schroefdraadaansluiting waarop een slang kan worden aangesloten om de wastank te legen.
Onderhoud
Let op! Schakel vóór elke schoonmaakbeurt het apparaat uit, haal de stekker van het aansluitsnoer uit het stopcontact, wacht tot
het is afgekoeld en begin dan pas aan het onderhoud. Gebruik alleen milde producten voor het schoonmaken van keukengerei
voor het schoonmaken van het apparaat. Het is verboden om schuurmiddelen bijv. reinigingspoeder of -melk te gebruiken of
middelen die bijtende stoff en bevatten. Gebruik voor het reinigen geen benzine- of alcoholoplosmiddelen. Het reinigingsmiddel
moet met water worden verdund volgens de bijgeleverde informatie, vervolgens op een zachte stof worden aangebracht en het
product van binnen en buiten worden gereinigd. Verwijder de resten van het reinigingsmiddel met een droge zachte doek. Droog
vervolgens alle oppervlakken af met een droge zachte doek. LET OP! Het product is niet bedoeld voor reiniging met een water-
straal. Het product mag ook niet in water of een andere vloeistof worden ondergedompeld.
Transport en opslag van het apparaat
Schakel het product uit en haal de stekker uit het stopcontact als het product langere tijd niet wordt gebruikt. Reinig het product
grondig. Laat het deksel van de tank open om de binnenkant grondig te drogen. Sluit het deksel na het drogen. Het product binnen
opbergen en beschermen tegen stof, vuil en vocht. Aanbevolen wordt om het product te bewaren in de originele doos. Bewaar en
vervoer het product in de werkstand. Kantel of stapel de producten niet. Plaats niets op het product.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
71