•
Zorg ervoor dat de kabel zo ligt dat niemand hierop kan
stappen of erover kan struikelen en dat deze niet vochtig
kan worden, beschadigd kan raken of strak kan komen te
staan.
•
Het stopcontact waarop de voeding wordt aangesloten, moet
zich in de buurt bevinden en eenvoudig toegankelijk zijn.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
In de ladercompartimenten past een portofoon met een batterij
eraan bevestigd of alleen een batterij. Voordat u de portofoon met
batterij oplaadt, moet u per portofoonmodel controleren of het
beweegbare afstandsstuk op de juiste positie staat en de
portofoon uitschakelen. Batterijen kunnen het best worden
opgeladen op kamertemperatuur. Zie Tabel 1.
Tabel 1: Door Motorola Solutions goedgekeurde batterijen
Setnummer
PMNN4468
PMNN4578
Oplaadprocedure
1.
Sluit de stroomkabel aan op de oplaadaansluiting aan de
onderkant van de oplader.
2.
De oplader KNIPPERT ÉÉN KEER GROEN als het
stopcontactuiteinde van de stroomkabel in een werkend
stopcontact is gestoken.
3.
Zorg er bij het opladen van een portofoon met batterij per
portofoonmodel voor dat het beweegbare afstandsstuk zich
in de juiste positie bevindt. Voor portofoonmodel TLK110
moet het afstandsstuk worden verwijderd en opgeborgen in
een speciale opbergruimte.
4.
Wanneer de portofoon goed in het opladercompartiment is
geschoven. Zie de portofoonindicator voor de oplaadstatus.
Beschrijving
Lithium-ionbatterij 2300T
Lithium-ionbatterij 2500T
3