4.3 Terugspoelwaterafvoer
Aftapleidingen moeten volgens DIN EN 806 worden
gemonteerd.
Het terugspoelwater moet zo naar het afvoerkanaal worden
geleid, dat er geen opstuwing kan ontstaan.
Daarvoor zijn er 3 mogelijkheden:
1.
Directe aansluiting:
• Overgangsstuk DN 50/70 en vereiste buizen en
sifon (3 bochtstukken 90°) in DN 70.
2.
Afvoer vrij naar bestaand afvoerputje
3.
Afvoer in open reservoir.
Filtergrootte
Afvoera-
ansluiting
1
3
/
" en
/
"
DN 50
2
4
1
1" en 1
/
"
DN 70
4
*bij 4 bar inlaatdruk en 20 seconden terugspoelduur
Terugspoelduur ca. 20 s.
5
In bedrijf stellen
Het apparaat kan naar keuze met batterijen of een
netvoeding worden bedreven.
5.1 Insert batteries
1.
Veiligheidsschroef losmaken
2.
Behuizingsdeksel openen
3.
Batterijen plaatsen
4.
Behuizingsdeksel sluiten
5.
Veiligheidsschroef aandraaien
5.2 Netvoeding verbinden
1.
Stekker aan de behuizingsachterzijde insteken
2.
Netstekker insteken
5.3 Functiecontrole
Na inschakelen van de voedingsspanning wordt een
terugspoeling geactiveerd. Daarna kan het gewenste
terugspoelinterval worden ingesteld.
MU0H-1153GE23 R0823
NL
5.4 Terugspoelinterval instellen
Instelling
OFF
TEST
1h
1d
Terugspoel-
hoeveelheid*
6d
10 liter
15d
12 liter
30d
45d
2M
3M
1.
15
Het terugspoelinterval kan op 8 verschillende
intervallen worden ingesteld
De keuze van het interval is afhankelijk van de
vervuilingsgraad van het water.
Interval
0
Test
1 uur
1 dag
6 dagen
15 dagen
30 dagen
45 dagen
2 maanden
3 maanden
Instelknop op het gewenste terugspoelinterval zetten
• Selectie wordt door knipperfrequentie van de LED
bevestigd
• Onmiddellijk na de instelling van het
terugspoelinterval wordt een automatische
terugspoeling geactiveerd
LED weergave
(knippert)
1x
2x
3x
4x
5x
6x
7x
8x
9x
10x