OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MET
UW AFRASTERING
Opmerking: De Stroomsterkte (in Ampère) op uw afrastering
is afhankelijk van o.a. de Stroomtoevoer, groei van de
vegetatie en de omvang van uw totale afrastering. Na verloop
van tijd krijgt u vanzelf inzicht in de normale Stroomsterkte
van uw afrastering. Voor de beste resultaten met uw Fault
Finder raadt Gallagher aan om de stroom te controleren
als de afrastering storingsvrij werkt. Dan kunt u bij het
vermoeden van een storing in de afrastering de actuele
stroomsterkte vergelijken met de "normale" stroomsterkte.
Zo kan worden vastgesteld of er een storing is en, zo ja,
in hoeverre deze van invloed is op de prestaties van de
afrastering.
1. De pijl op het LCD scherm geeft de richting aan waarin
de stroom vloeit. Het LCD-scherm toont de stroom in
ampère.
2. Volg de richting waarin de
stroom vloeit. Meet ongeveer
om de 50 tot 100 meter de
stroomsterkte of op de knoop-
punten in uw afrastering.
Opmerking: Volg bij een
verbindingspunt de draad met
de hoogste stroomsterkte.
3. Indien de Fault Finder tussen twee opeenvolgende metin-
gen een aanzienlijk lagere stroomsterkte meet, ga dan
terug en meet opnieuw. Indien de meting weer omhoog
gaat, weet u dat de stroomlekkage zich tussen de beide
meetpunten voordoet.
Let op: de pijl wijst ook bij > 1 A in de stroomrichting.
4. Om de exacte locatie van de storing te achterhalen, loopt
u de afrastering in omgekeerde richting af om de stroom-
sterkte op kortere intervallen te controleren.
5. Verhelp de storing.
6. Nadat de storing is verholpen, ziet u de waarde van
de stroomsterkte dalen en de waarde van de spanning
stijgen. Als dit niet het geval is, controleert u of er nog
meer storingen zijn.
Handige Tip: Bij meerdraadse, parallel geschakelde
afrasteringen heeft elke draad dezelfde stroomsterkte.
Voor de totale stroomsterkte van de afrastering telt u de
stroomsterkte van alle draden bij elkaar op.
10