Elektrische aansluiting
De aansluiting moet uitgevoerd worden in
overeenstemming met de van kracht zijnde
wettelijke voorschriften.
Controleer of de limietklep en de elektrische
installatie de lading van het apparaat kunnen
verdragen.
De apparaten zijn niet uitgerust met een stekker.
De geel/groene aardkabel mag niet van de
schakelaar afgesloten worden.
De technische gegevens staan op de plaatjes aan
de binnenzijde van de kap. Controleer of de
netspanning overeenstemt met de waarde die op
het plaatje op de binnenzijde van de kap staat.
Gebruik stekkers die aan de van kracht zijnde
elektrische normen voldoen, er rekening mee houdend
dat:
• De geel-groene draad moet voor de aardverbinding
gebruikt worden;
• De blauwe draad moet voor neutraal gebruikt worden;
• De bruine draad moet voor de fase gebruikt worden.
• De kabel mag niet in aanraking komen met hete delen
met een temperatuur van meer dan 75° C;
• Monteer een stekker op de voedingskabel die geschikt
is voor de lading en sluit deze aan op een geschikte
veiligheidsstekker.
Controleer, alvorens het apparaat op het elektrische net
aan te sluiten, of:
• De voedingsspanning overeenstemt met de
voedingsspanning die op het plaatje met kenmerken
staat;
• De aardverbinding correct is en werkt;
• De voedingsinstallatie met een doeltreffende
aardverbinding uitgerust is, in overeenstemming met
de heersende normen;
• Het gebruikte stopcontact, of de veelpolige schakelaar,
gemakkelijk bereikbaar zijn wanneer de apparatuur
eenmaal geïnstalleerd is.
Test
Controleer:
• Of de afvoerleiding en de externe uitlaat niet verstopt
zijn;
• De correcte plaatsing van de metalen en koolstoffilters
(indien aanwezig). Raadpleeg daarvoor de paragraaf
"Filters met actieve koolstof" op pag. 16.
Sluit de kap aan op de elektrische stroom, activeer de
motor zoals beschreven wordt in de paragraaf "Werking"
op pag. 12 en controleer:
• De correcte werking en de afzuigcapaciteit bij alle
selecteerbare snelheden;
• De correcte werking van de verlichting.
Installatie 11