2.1 I Keuze van de plaatsingslocatie
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd in een technisch lokaal met ventilatie, zonder sporen
van vocht en zonder opgeslagen producten voor onderhoud van het zwembad.
• Het is absoluut noodzakelijk dat het apparaat vóór waterbehandelingssystemen wordt
geïnstalleerd.
• Het apparaat moet verticaal worden geplaatst en worden tegengehouden door middel van leidingen die
worden ondersteund door klemmen aan elke zijde van de opwarmer,
• Het apparaat moet aan de muur van de ruimte worden bevestigd met behulp van 4 schroeven (niet-
meegeleverd, zie bevestigingspunten op het achteraanzicht in § "1.3 I Afmetingen en markering"),
OPGELET: bevestig het apparaat niet met behulp van tape.
• Laat een vrije ruimte rond het apparaat om de installatie en het onderhoud te vergemakkelijken,
• Het apparaat moet bij voorkeur laag worden opgesteld, zodat het altijd met water gevuld blijft.
• Het waterbehandelingssysteem moet zodanig laag achter de opwarmer worden geïnstalleerd dat er geen
chloor terug naar de opwarmer kan stromen.
2.2 I Hydraulische aansluitingen
• Het apparaat
waterbehandeling worden aangesloten
• De aansluiting mag met een pvc-drukslang worden uitgevoerd:
- rechtstreeks als het waterdebiet tussen 5 m
- via een bypass als het waterdebiet hoger is dan 22 m³/h, of om het onderhoud van het apparaat te
vergemakkelijken,
• Er zijn wartelkoppelingen van 1/2'' (vrouwelijk met een binnen-Ø van 50 en mannelijk met een buiten-Ø van
63) meegeleverd om de aansluiting op het filtercircuit uit te voeren met een pvc-slang met Ø50 of Ø63.
OPGELET: gebruik versleten aansluitingen niet opnieuw en sluit de uitlaatbuis niet aan op een kraan of
een verbinding die niet gespecificeerd is.
• Ga na of de hydraulische verbindingen goed vastzitten, en of er geen lekken zijn.
Informatie: filtercircuit met een pvc-slang met Ø63
• Voorzie een mof (binnen-Ø 63) om het apparaat aan te sluiten.
Informatie: circulatierichting
• De opwarmer is bedoeld voor een watercirculatie van links naar rechts, zoals wordt aangegeven
door de symbolen "waterinlaat" en "wateruitlaat" die op het apparaat te zien zijn.
• Keer indien nodig de circulatierichting om door de volgende wijzigingen aan te brengen:
- Verwissel indien nodig de sondes van de digitale thermostaat en de veiligheidsthermostaat.
Het is absoluut noodzakelijk dat de sonde van de regelthermostaat zich aan de inlaat van de
opwarmer en de sonde van de veiligheidsthermostaat zich aan de uitlaat bevindt.
- draai het geheel van de 2 bochten + de debietschakelaar een kwartslag (zie illustratie
hieronder).
6
❷ Installatie
moet op één lijn op het filtercircuit van het zwembad achter de filter
F
E
Bocht
(zie schema hieronder).
/h en 22 m
/h ligt,
3
3
en vóór de
: RE/U
: Filtratiepomp
: Filter
: Waterbehandeling
E: 540 mm (± 1 mm) wanneer
de filtratie uitgevoerd is met
pvc met Ø50.
F: 600 mm (± 1 mm) wanneer
de filtratie uitgevoerd is met
pvc met Ø63.
: zwembadinlaat
: naar perszijde
Debietregelaar
Bocht