er geen omstandigheden zijn die de meting kunnen verstoren, zoals plaatsen
met direct zonlicht, te dicht bij een bewoner, directe luchtstromen van ramen,
deuren of ventilatiesystemen.
De voorklep wordt geopend met behulp van een gereedschap door op de twee
druksluitingen aan beide uiteinden van de klep te drukken (zie Fig. 5). Voor veilig-
heid redenen, moeten de kabels geklemd worden aan de support zoals in Fig. 6.
In geval van een installatie waarbij de bedrading oppervlakkig wordt verplaatst,
moet deze worden ondergebracht in een beschermend IP4X-kwaliteitskanaal
dat is geclassificeerd als "kanalen met toegangsklep die alleen met gereedschap
kunnen worden geopend" volgens UNE-EN 50.085-1.
Voorzie de vaste bedradingsinstallatie van een extern beveiligings- en stop/
run-systeem.
INBEDRIJFSTELLING
Bedrijfsmodi (zie Fig. 2)
MF1: Relais + Modbus (lezing) – [SW1-3=OFF]
Relais instelbaar met potentiometer P1. Fabriekswaarden: 1200 ppm / 70%HR
MF2: Analoge uitgang 0-10 Vdc + Modbus (lezing) – [SW1=ON, SW2-3=OFF]
Analoge uitgang 0-10 Vdc instelbaar met potentiometer P1. Fabriekswaarden:
1200 ppm / 70%HR
MF3: Analoge uitgang 2-10 Vdc + Modbus (lezing) – [SW1-2=ON, SW3=OFF]
Analoge uitgang 2-10 Vdc instelbaar met potentiometer P1. Fabriekswaarden:
1200 ppm / 70%HR
MF4: Controle Modbus – [SW1-3=ON]
Toegang tot het lezen, bewerken en communiceren van bedrijfsparameters via
Modbus-protocolbesturing (zie kaart Modbus Tabel 1). Analoog relais en signaal
ingeschakeld. Fabriekswaarden: 1200 ppm / 70%HR
Opmerking: Met een combinatie van andere microschakelaars dan die zijn be-
schreven, is de lichtgeleider uitgeschakeld en zijn de digitale/analoge uitgangen
niet operationeel. Microschakelaars SW5-6 moeten OFF blijven voor een cor-
recte werking.
Op de elektronische plaat bevinden zich drie leds (zie Fig.1) met de volgende
functies.
LED
Kleur
Functie
D17
Rood
Aan: Voeding (voltage)
D16
Rood
Aan: Modbus communication failure
D18
Geel
Aan: Communicatie met Modbus gevestigde aan
NL
39