▪
Voor recht zagen langs een getrokken lijn maakt u gebruik van de markering voor recht
zagen
▪
Voor verstekzagen langs een getrokken lijn maakt u gebruik van de markering voor
verstekzagen.
10.2
In- en uitschakelen (Fig. 8)
Controleer vóór u de aan/uit-schakelaar inschakelt, of het zaagblad correct
is gemonteerd en vlot ronddraait, en dat de klembout van het zaagblad goed
vastzit.
▪
Breng het batterijpack aan op de snoerloze cirkelzaag en controleer of het goed vastzit.
▪
Om de machine in te schakelen, drukt u eerst de ontgrendelingsknop (5) in, houdt deze
ingedrukt en drukt dan de aan-/uit-schakelaar (6) in.
▪
Om de machine uit te schakelen, laat u de aan/uit-schakelaar (6) los.
10.3
Stofafzuiging
Op de stofzuigeraansluiting kunt u een stofzuiger aansluiten, hetzij direct op de aansluiting,
hetzij indirect op een adapter.
▪
Bevestig indien nodig een adapter op de aansluiting.
10.4
Afkorten
Wanneer u gaat afkorten of schulpen, lijn dan de geleidingslijn uit met de nok in de voet die de
lijn van het zaagblad aangeeft. Doordat de zaagbladdikte kan variëren, moet u altijd volgens de
geleidingslijn een testsnede maken in afvalmateriaal om te bepalen hoever de geleidingslijn van
de aanwijzingsnok moet afwijken om een precieze zaagsnede te maken.
NOTA: de afstand van de zaaglijn tot de geleidingslijn is de afstand over welke de geleider moet
verschoven worden. Gebruik een geleider wanneer u lange of brede schulpsnedes maakt.
10.5
Afschuinen
▪
Lijn de zaaglijn uit met de 45°-nok in de voet wanneer u afschuinsneden van 45° maakt.
▪
Maakt een testsnede in afvalmateriaal volgens de geleidingslijn om te bepalen hoever u
de geleidingslijn op het te zagen materiaal moet verschuiven.
▪
Stel de zaaghoek op elke gewenste hoek tussen 0 en 45° in.
11
REINIGING EN ONDERHOUD
Opgelet ! Trek de netstekker uit de contactdoos alvorens werkzaamheden
aan het apparaat te verrichten.
11.1
Reiniging
▪
Reinig de ventilatiesleuven van de machine om oververhitting van de motor te voorkomen.
▪
Reinig regelmatig de behuizing van de machine met een zachte doek, bij voorkeur na
ieder gebruik.
▪
Hou de ventilatiesleuven vrij van stof en vuil.
▪
Als het vuil niet verwijderd kan worden, gebruik dan een zachte doek bevochtigd met
zeepwater.
Gebruik nooit oplosmiddelen zoals benzine, alcohol, ammoniawater, etc.
Deze oplosmiddelen kunnen de plastic onderdelen beschadigen.
Copyright © 2024 VARO
POWDP25200
P a g i n a
| 10
NL
www.varo.com