NL
PRODUCTKENMERKEN
De elektronische injector tester voor benzinemotoren is een draagbare en eenvoudig te gebruiken tester waarmee u elke injector
afzonderlijk kunt controleren. De tester wordt gebruikt om elektrische impulsen te genereren die het openen en sluiten van de
injectorklep veroorzaken. Omdat de voeding rechtstreeks uit het stroomnet van het geteste voertuig wordt gehaald, is het appa-
raat altijd klaar voor gebruik. De juiste, betrouwbare en veilige werking van het apparaat is afhankelijk van de juiste exploitatie,
daarom:
Lees daarom voorafgaand aan de ingebruikname de volledige handleiding en bewaar deze goed.
De leverancier is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften en aanbevelin-
gen in deze handleiding. Productgebruik in strijd met het beoogde doeleinde leidt tevens tot verval van de garantie.
TECHNISCHE GEGEVENS
Type geteste batterijen:
Nominale spanning 12 V d.c.
Arbeidsvoorwaarden T: 0
C - 40
C R
<80%
O
O
h
Opslagruimte voorwaarden T: -10
C - 50
C R
<80%
O
O
h
Massa: 165 g
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Houd uw werkomgeving veilig. De werkplek moet goed verlicht zijn. Zorg ervoor dat u voldoende ruimte heeft om u vrij te kunnen
bewegen in het werkgebied. Houd uw werkomgeving vrij van obstakels, vet, olie, afval en ander afval.
Het apparaat is niet bestand tegen overstroming en is ontworpen voor gebruik binnenshuis. Stel het apparaat niet bloot aan water,
neerslag of andere vloeistoff en.
Controleer het classifi catielabel van het product voor belangrijke informatie. Als het etiket ontbreekt of onleesbaar is, vraag dan
de fabrikant om een vervangend etiket.
Vermijd contact met alle hete motoronderdelen, anders kunt u zich verbranden.
Voorkom het onbedoeld ontstaan van brand of explosie. Niet roken en geen open vuur in de buurt van brandstof, motor en accu houden.
Laat nooit brandstof op hete motoronderdelen morsen. Adem de uitlaatgassen en brandstofdampen niet in.
Maak nooit kortsluiting in de batterijcontacten. Raak nooit een geleidend oppervlak aan dat onder spanning kan staan.
Volg altijd de waarschuwingeninstructies en de onderhoudsprocedures van het voertuig.
Draag altijd oogbescherming tijdens het werken.
Herstel na het testen alle verbindingen die zijn losgekoppeld op de juiste manier.
Het is mogelijk dat de hierboven beschreven waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en instructies niet alle mogelijke omstan-
digheden en situaties dekken die zich kunnen voordoen. De bediener moet begrijpen dat gezond verstand en voorzichtigheid
geen factoren zijn die niet in de apparatuur kunnen worden ingebouwd, maar deze zelf moeten leveren.
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
32