apparaat niet zelf. Het beschadigde apparaat moet voor inspectie of reparatie naar het
juiste servicecentrum worden gestuurd. Alle reparaties mogen alleen worden uitgevoerd
door geautoriseerde servicepunten. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen ernstig
gevaar voor de gebruiker opleveren.
9. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van
het apparaat in strijd met het beoogde gebruik of door onjuiste bediening of onderhoud,
waardoor de veiligheid negatief kan worden beïnvloed. Laat kinderen niet met het
apparaat spelen en laat kinderen of mensen die het apparaat niet kennen het niet
gebruiken.
10. Gebruik het apparaat nooit zonder water in de onderste tank! Het apparaat is mogelijk
beschadigd.
11. Gebruik het apparaat nooit met koolzuurhoudend water, melk of een andere vloeistof!!!
12. Reinig en controleer uw apparaat regelmatig om de kwaliteit van de koffie die u
ontvangt te garanderen en de levensduur ervan te verlengen.
13. Laat alle hete onderdelen altijd afkoelen voordat u ze schoonmaakt. Het apparaat
moet worden gereinigd met een mild, niet-schurend reinigingsmiddel. Gebruik bij het
reinigen nooit oplosmiddelen, omdat dit de verflaag kan beschadigen of het oppervlak kan
beschadigen.
14. Gebruik alleen originele accessoires.
LET OP: DEFECT OF BESCHADIGD APPARAAT EN ONJUISTE REPARATIES KUNNEN
AANZIENLIJKE RISICO'S VOOR DE GEBRUIKER VEROORZAKEN.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Verwijder al het verpakkingsmateriaal van het apparaat.
2. Spoel het koffiezetapparaat driemaal af met heet water. Bij het eerste gebruik wordt om hygiënische redenen aanbevolen een
espresso te bereiden en deze vervolgens uit te schenken.
3. Gebruik een droge papieren handdoek om het apparaat zowel binnen als buiten te drogen, en zorg ervoor dat het gebied tussen de
kan (B) en het waterreservoir (C) droog is.
4. Houd er rekening mee dat dit apparaat bedoeld is voor het zetten van koffie. Gebruik geen andere extracten, cacaopoeder, kruiden,
bloemen, suikers, stoffen die oplosbaar zijn in infusies of andere stoffen die de gaten in de filters van het apparaat kunnen verstoppen.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT: Espresso-koffiezetapparaat – Figuur I.
A. Deksel met handvat
D. Veiligheidsklep
G. Siliconen pakking
HET APPARAAT GEBRUIKEN - Zie figuur II.
1. Controleer of het apparaat niet heet is door eerder gebruik. Houd de kan (B) met een droge hand vast. Druk niet op de hendel (J) en
trek er niet aan. Pak met uw andere hand het waterreservoir (C) vast. Draai de kan (B) tegen de klok in totdat u de kan (B) losschroeft
van het waterreservoir ©. Zorg ervoor dat u niet aan de hendel (J) duwt of trekt. Verwijder na het openen van het apparaat het
trechterfilter (E).
2. Vul de tank (C) met water tot een niveau onder de veiligheidsklep (D). Het veiligheidsventiel (D) mag NIET onder water staan. Plaats
het trechterfilter (E) in het waterreservoir (C). Vul het trechterfilter (E) met gemalen koffie tot ongeveer 4/5 van de capaciteit. Druk de
gemalen koffie niet krachtig aan. De koffie mag niet te fijn gemalen worden.
3. Schroef de kan (B) terug op het waterreservoir ©. Zorg ervoor dat de platte zeef (F) en de siliconen pakking (G) goed zijn
geïnstalleerd en dat het koffiezetapparaat goed is gesloten. Zorg ervoor dat u niet op de hendel (J) drukt of eraan trekt.
4. Plaats het gemonteerde apparaat op een warmtebron en zet het op middelhoog vuur. Espressokoffie mag niet op een te hoog vuur
worden gekookt om overkoken en beschadiging van het koffiezetapparaat te voorkomen. De machine begint met koffiezetten. De
espressokoffie begint via de binnenbuis (H) naar de bovenste container te stijgen, waarbij een kleine hoeveelheid stoom ontstaat en
gaat borrelen. Open het deksel (A) pas als het koffiezetapparaat klaar is met koffiezetten. U kunt zich verbranden aan hete stoom en
B. Kan
C. Watertank
E. Trechterfilter
F. Platte zeef
H. Binnenbuis
J. Kanhandvat
34