5. Gebruik
- Houd het stuur altijd met beide handen vast en plaats één voet op het dek.
- Houd de andere voet op de grond om het evenwicht te bewaren en ongelukken te voorkomen.
- Duw af met je voet op de grond om de scooter in beweging te zetten.
- U kunt de rijrichting veranderen door het stuur te kantelen. LET OP: hoe groter de helling, hoe strakker de draai.
Gevaar voor vallen bij hogere snelheden!
- Kantel in bochten het stuur een beetje om uw evenwicht te bewaren.
- Trap op het rempedaal van het achterwiel om te remmen (zie pijl in de illustratie).
- Gebruik dezelfde voet voor het remmen als voor het afduwen.
- Opmerking voor beginnende ruiters: Oefen het rijden, vooral het remmen en het nemen van bochten, op een perfect vlakke en
droge ondergrond.
6. Omkering van de rollen
- LET OP: Montagewerkzaamheden aan de scooter moeten vakkundig worden uitgevoerd, anders bestaat er gevaar voor ongevallen!
- Laat de rollers vervangen als ze versleten zijn.
- Wij raden aan de kogellagers ook te vervangen wanneer de wielen worden vervangen.
- Om de rollen te vervangen, maakt u eerst de asschroefverbinding los met twee inbussleutels maat 5.
Verwijder vervolgens de rollers van de as.
- De kogellagers kunnen met een inbussleutel of een schroevendraaier uit het wiel worden geduwd als ze opnieuw
moeten worden gebruikt.
- Plaats de lagers met afstandshuls in de nieuwe wielen en monteer vervolgens de rollen op het frame met de asbouten.
Zorg ervoor dat de assen goed vastgeschroefd zijn.
7. Onderhoud, verzorging en reiniging
- Stal de scooter op een veilige plaats die de scooter beschermt tegen toegang door kleine kinderen.
- Controleer de vastheid van alle schroeven en moeren na de montage en vóór elk gebruik van het toestel.
- Maak de scooter alleen schoon met een doek.
- Volg voor verder onderhoud de aanwijzingen in de hoofdstukken „Veiligheidsinstructies" en „Montage" (hoofdstuk 2 en 4 van
deze gebruiksaanwijzing).
Afstandshulzen
Kogellager