Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
3. Werking
3.1.
Slijpprocedure
1. Plaats de boortslijper op een vlakke, stabiele ondergrond en sluit deze aan.
2. De slijpbit moet schoon zijn.
Kies een boor voor slijpen. Selecteer het gat dat overeenkomt met de boor op de slijperkop.
3. Plaats de boor in het juiste gat.
4. Draai de schakelaar in stand I.
5. De boor moet bewegen wanneer hij in de slijper zit. Oefen lichte neerwaartse druk uit op de boor
en draai deze vervolgens ongeveer 20 graden heen en weer tijdens het slijpen (zie afbeelding 2).
6. Stop de slijper (schakel O in) na 5 tot 10 seconden.
7. Onderzoek de boor zoals beschreven in punt 5
8. Herhaal de handelingen die in de vorige punten aan de andere kant van het boortje zijn
aangegeven door het 180° in het gat te draaien. Slijp beide zijden even lang en oefen dezelfde
druk uit.
9. Herhaal de bovenstaande handelingen indien nodig om de boor correct te slijpen.
Let op: Een opening aan de zijkant van het bovenste huis biedt toegang tot de slijpschijf voor mogelijk
ontbramen.
Draai ongeveer 20° naar voren en naar achteren
De boor wordt geslepen wanneer deze de volgende kenmerken heeft:
Een scherpe punt in het midden van de wick.
Twee scherpe en gelijke snijkanten.
Twee snijkanten iets lager dan de snijkanten.
1) Rand
2) Middelpunt
3) Scherp
3.2.
Afstelling slijpwiel
Draai het instelwiel naar rechts om het slijpwiel omhoog te brengen. Dit zorgt voor een scherpere
verscherping. Dit is ook handig bij het werken met werkboringen.
Laat het slijpwiel zakken door het wiel naar links te draaien voor een fijnere grondrand. Dit kost meer
tijd en vereist meer herhalingen.
SODISE 85 Route de Pont Gwin 29510 Briec
FRANCE
SODISE NIU 10434 V.2.2
35
Publicidad
