Koude motor starten
1. Duw de terugslagbeveiliging naar voren om de
kettingrem in te schakelen. (Fig. 45)
2. Trek de chokehendel naar buiten en omhoog.
3. Druk de primerbalg van de brandstofpomp langzaam
6 maal in. (Fig. 46)
4. Druk de behuizing van het apparaat met uw
linkerhand op de grond.
5. Plaats uw rechtervoet door de achterhandgreep.
6. Trek met uw rechterhand langzaam aan de greep
van het startkoord totdat u enige weerstand voelt.
7. Trek stevig aan de greep van het startkoord. (Fig.
47)
OPGELET: Trek niet aan het startkoord
totdat deze stopt. Laat het startkoord niet
los wanneer het volledig is uitgetrokken.
Laat het startkoord langzaam los. Het
niet naleven van deze instructies kan
leiden tot motorschade.
Let op: Trek niet aan de gashendel als u de motor
start.
8. Trek herhaaldelijk aan de greep van het startkoord
totdat de motor start of probeert te starten (max. 3
keer trekken).
9. Als de motor start of probeert te starten, drukt u de
chokehendel omlaag. (Fig. 48)
10. Trek net zolang aan de greep totdat de motor start.
11. Houd de achterste handgreep vast met uw
rechterhand en de voorste handgreep met uw
linkerhand.
12. Trek de terugslagbeveiliging onmiddellijk naar
achteren in de richting van de voorste handgreep om
de kettingrem uit te schakelen. (Fig. 27)
Let op: De ketting zal bewegen.
13. Laat 20-30 seconden draaien met verhoogd
stationair toerental.
14. Trek zachtjes aan de gashendel om het normale
stationaire toerental in te stellen.
15. Laat 20-30 seconden draaien met normaal stationair
toerental.
16. Neem het apparaat in gebruik.
Warme motor starten
1. Duw de terugslagbeveiliging naar voren om de
kettingrem in te schakelen. (Fig. 45)
2. Trek de chokehendel naar buiten en omhoog.
3. Druk de primerbalg van de brandstofpomp langzaam
6 maal in. (Fig. 46)
4. Druk de chokehendel omlaag. (Fig. 48)
92
5. Druk de behuizing van het apparaat met uw
linkerhand op de grond.
6. Plaats uw rechtervoet door de achterhandgreep.
7. Trek met uw rechterhand langzaam aan de greep
van het startkoord totdat u enige weerstand voelt.
8. Trek stevig aan de greep van het startkoord. (Fig.
47)
OPGELET: Trek niet aan het startkoord
totdat deze stopt. Laat het startkoord niet
los wanneer het volledig is uitgetrokken.
Laat het startkoord langzaam los. Het
niet naleven van deze instructies kan
leiden tot motorschade.
Let op: Trek niet aan de gashendel als u de motor
start.
9. Trek aan de greep van het startkoord totdat de motor
start.
10. Houd de achterste handgreep vast met uw
rechterhand en de voorste handgreep met uw
linkerhand.
11. Trek de terugslagbeveiliging onmiddellijk naar
achteren in de richting van de voorste handgreep om
de kettingrem uit te schakelen. (Fig. 27)
Let op: De ketting zal bewegen.
12. Wacht 10-15 seconden.
13. Trek zachtjes aan de gashendel om het normale
stationaire toerental in te stellen.
14. Neem het apparaat in gebruik.
Motor starten als de brandstof te
warm is
Als het apparaat niet start, is de brandstof mogelijk te
warm.
Let op: Gebruik altijd nieuwe brandstof en verkort de
gebruiksduur bij warm weer.
1. Leg het apparaat op een koele plek, uit de buurt van
direct zonlicht.
2. Laat het apparaat minimaal 20 minuten afkoelen.
3. Druk het balgje van de brandstofpomp gedurende 10
tot 15 seconden telkens opnieuw in.
4. Volg de procedure voor het starten van een koude
Koude motor starten op pagina 92 .
motor. Zie
Stoppen
•
Druk de stopschakelaar in om de motor te stoppen.
Let op: De stopschakelaar keert automatisch terug naar
zijn oorspronkelijke stand.
862 - 002 - 03.12.2018