De controller bevestigen
Steek de adapteraansluiting van de controller in
de controlleraansluiting van het apparaat.
Het camerabeeld aanpassen
Pas de richting en positie van het camerabeeld
aan nadat u de camerakop op het apparaat hebt
bevestigd.
Gebruik een 1,5 mm-inbussleutel voor de
aanpassingen.
De draaiing aanpassen
Pas de draaiing aan als de richting van het beeld
op de monitor niet overeenkomt met het beeld in
het oculair van de microscoop.
1
Maak de borgschroef van de C-koppeling van
het apparaat los met een inbussleutel.
U kunt dan de camerakop die op het apparaat
vastzit draaien.
2
Draai de camerakop terwijl u naar het
monitorbeeld kijkt totdat de richting van de
beelden overeenkomt.
3
Zet de borgschroef van de C-koppeling vast in
de stand waarin de beelden overeenkomen
om de camerakop te borgen.
Borgschroef van C-koppeling
Het monitorbeeld centreren
Als de positie van het beeld op de monitor niet in
het midden staat, past u de positie aan met de
instelschroeven voor de X- en Y-as.
Als het beeld horizontaal is verschoven, past u de
instelschroef voor de X-as aan met een
inbussleutel.
Als het beeld verticaal is verschoven, past u de
instelschroef voor de Y-as aan met een
inbussleutel.
Instelschroef voor X-as
Instelschroef voor Y-as
7
Bevestiging en aanpassing
NL