Plaatsen van de batterijen
1
3
Batterijen vervangen
Zodra u merkt dat de afstandsbediening dichter bij het
apparaat gebruikt moet worden, dan zijn de batterijen uitgeput.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Opmerkingen
Gebruik uitsluitend AA, R6 of UM-3 batterijen.
Zorg ervoor dat de polariteit juist is. (Zie de afbeelding
binnen in het batterijvakje.)
Verwijder de batterijen als u de afstandsbediening langere
tijd niet zult gebruiken.
Als de batterijen lekken, moet u deze onmiddellijk
vervangen. Zorg ervoor dat u de gelekte vloeistof niet
aanraakt en voorkom dat het met uw kleding, enz. in
aanraking komt. Maak het batterijvakje grondig schoon
voordat u er nieuwe batterijen in plaatst.
Het deurtje van het bedieningscompartiment openen en sluiten
Houd het deurtje gesloten als u de afstandsbediening gebruikt, of wanneer het niet nodig is om de bedieningsknoppen van het
apparaat zelf te gebruiken.
Deurtje openen
2
Werkingsbereik van de afstandsbediening
Sensor voor de
afstandsbediening
Opmerkingen
Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de
afstandsbediening en het apparaat.
Als de sensor voor de afstandsbediening direct wordt belicht
door fel licht (zoals het licht van een doordringende
fluorescerende lamp, enz.), kan het voorkomen dat de
afstandsbediening niet meer functioneert. Plaats in dat
geval het apparaat zo, dat de sensor niet direct wordt
belicht.
Deurtje sluiten
Binnen een bereik
van ca. 6 m
133