BEDIENING EN INSTELLINGEN
1. Bedieningspaneel
In dit gedeelte wordt een correcte bediening van de mobiele airconditioner uitgelegd.
2. Besturing bedieningspaneel
A. Powerknop (POWER): druk op de powerknop, de stroomindicatielampjes lichten op in groen;
wanneer het apparaat aan is, druk op de powerknop, de stroomindicatielampjes gaan uit (of
rood).
B. Modusknop (MODE): druk op deze knop om te kiezen en de gewenste werkmodus te
selecteren. Alle modi veranderen van KOEL - DEHUM - VENTILATOR - WARMTE, waarbij
het indicatielampje dienovereenkomstig oplicht.
C. Ventilatorknop (FAN): druk op deze knop om de snelheid van de ventilator te veranderen
naar Hoog, Gemiddeld of Laag.
D. Omhoogknop: druk op de omhoogknop om de ingestelde temperatuur of timing aan te
passen.
E. Omlaagknop: druk op de omlaagknop om de ingestelde temperatuur of timing aan te passen.
F. Timerknop (TIMER): druk op de timerknop om de timing en de querytiming in te stellen en
de timing te annuleren.
G. "Omhoog" + "Omlaag" knop: druk tegelijkertijd op deze knoppen om de temperatuur op het
display aan te passen (Fahrenheit / Celsius).
H. "Timer" + "Omhoog" knop: druk tegelijkertijd op deze knoppen om de slaapmodus te
selecteren.
I.
"Timer" + "Ventilator" knop: druk tegelijkertijd op deze knoppen om de swingfunctie aan of
uit te zetten.