OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Onjuiste bediening wordt vaak ten onrechte aangezien voor een storing of defekt. Raadpleeg daarom bij een eventueel
probleem altijd eerst de onderstaande lijst. Het is daarnaast ook mogelijk dat de oorzaak schuilt in één van de andere
aangesloten komponenten van het stereo-systeem. Kontroleer daarom ook alle in gebruik zijnde komponenten en
tevens in de buurt geplaatste elektrische toestellen.
Indien het niet mogelijk is om het probleem aan de hand van de onderstaande lijst op te lossen, neem dan kontakt op
met een erkend PIONEER servicecentrum of uw dealer om het toestel te laten repareren.
Symptoom
SPANNING
÷ Netsnoer niet aangesloten.
Spanning kan niet
÷ Het komponent (stereo-versterker, audio-
worden
aangeschakeld.
CASSETTE-HOUDER
÷ Deck is niet in de stopfunktie geschakeld
Cassettehouder kan
niet worden geopend.
÷ Spanning was uitgeschakeld terwijl de band liep.
÷ Cassette niet juist geplaatst.
Cassettehouder sluit niet.
WEERGAVE
÷ Band geheel opgespoeld.
W e e r g a v e
w o r d t
direkt gestopt.
÷ Band niet strak getrokken.
÷ Geen signalen op de cassette.
Niveaumeter werkt
÷ Kop is vuil.
niet.
÷ De juiste ingangsfunktie van de versterker
Geen geluid
÷ Volume van de versterker te laag.
÷ Foute aansluiting (slecht kontakt, draden
OPNAME
÷ Wispreventielipjes zijn verwijderd.
Opname-indikator licht
niet op.
Niveaumeter werkt
÷ REC LEVEL regelaar te laag ingesteld.
niet.
÷ De versterker levert geen signaal (van de
÷ Foute aansluiting, slecht kontakt, draden
÷ Band geheel opgespoeld.
Opname wordt direkt
gestopt.
÷ Band niet strak getrokken.
66
Du/Sw
Du
Mogelijke oorzaak
timer, etc.) waarop het netsnoer is
aangesloten is niet aangeschakeld.
(band loopt).
is niet ingesteld.
ontkoppeld, gebroken draad, draad
verwijderd, etc.)
tuner,CD-speler, etc.)
ontkoppeld, gebroken draad, etc.)
Oplossing
÷ Verbind het netsnoer.
÷ Schakel de stereo-versterker of audio-timer
aan.
÷ Druk op de stoptoets (7).
÷ Schakel de spanning aan.
÷ Plaats de cassette juist.
÷ Start weergave in de tegengestelde richting.
÷ Spoel de band terug.
÷ Trek de band strak (zie blz. 32).
÷ Plaats een voorbespeelde cassette.
÷ Reinig de koppen (zie blz. 34).
÷ Stel de juiste ingangsfunktie van de
versterker in.
÷ Verhoog het volume van de versterker.
÷ Kontroleer de aansluitingen (zie blz. 36).
÷ Plaats een andere cassette met
wispreventielipjes intakt.
÷ Bedek de openingen met plakband (zie blz. 32).
÷ Verhoog het opnameniveau met de REC
LEVEL regelaar (zie blz. 62).
÷ Stel de opnamebronschakelaar van de
versterker in de juiste stand.
÷ Kontroleer de aansluitingen (zie blz. 36).
÷ Start opname in de tegengestelde richting.
÷ Spoel de band terug.
÷ Trek de band strak (zie blz. 32).