NL
5.1 Basisinstelling van de kanalen 1 – 4
Plaats beide schakelaars ASSIGN (20 en 23) in de
B
stand "x" (regelfunctie is uitgeschakeld). Plaats alle
regelaars van de beide equalizers (2) en de balans-
regelaar (4) in de middelste stand.
Om een kanaal uit te sturen:
1) Selecteer met de keuzeschakelaar (10) van het
kanaal de ingang, waarop de geluidsbron is aan-
gesloten.
2) Plaats de regelaar GAIN (1) van het kanaal eerst
in de middelste stand. De toets ECHO (22) van
het kanaal mag niet zijn ingedrukt.
3) Met behulp van de masterfader (27) wordt het
masterniveau van alle aangesloten geluidsbron-
nen ingesteld. Plaats de regelaar in ca.
maximumwaarde, b.v. in stand 7.
4) Stuur een geluidssignaal (testsignaal of muziek-
fragment) naar het kanaal. Schakel de appara-
tuur uit die op de andere kanalen zijn aangeslo-
ten, resp. zet ze in pauze.
5) Regel met de schuifregelaar (18) het kanaa l -
niveau af aan de hand van de VU-meter (3). Een
optimale uitsturing is bereikt, wanneer bij gemid-
deld luide passages niveauwaarden in het bereik
van 0 dB worden aangeduid. Wanneer de rode
LED's van de VU-meter oplichten, dan is het ka -
naal overstuurd.
De schuifregelaar moet na de niveauregeling
op ca.
2
/
van de maximumwaarde staan. Indien
3
de schuifregelaar bijna in de minimum- of maxi-
mumstand staat, dient het niveau ingesteld te
worden door de ingangsversterking af te regelen:
Draai de regelaar GAIN (1) van het kanaal over-
eenkomstig dicht resp. open (indien nodig, kan
de regelaar GAIN ook helemaal in de stand "MIN"
resp. "MAX" worden gedraaid).
6) Herhaal bovenstaande procedure om het niveau
van de overige kanalen in te stellen.
5.2 De microfoons instellen
5.2.1 Basisinstellingen
1) Druk op de toets ON AIR (16) om het DJ-micro -
foonkanaal in te schakelen (LED erboven licht op).
E
5.1 Reglaje de base de los canales 1 – 4
Ponga los dos conmutadores ASSIGN (20 y 23) en la
posición "x" (función fundido desconectada). Pon ga
todos los potenciómetros de los dos ecualizadores
(2) y el reglaje de balance (4) en la posición me diana.
Para regular un canal:
1) Seleccione con el selector de entrada (10) del
canal, la entrada en la cual la fuente audio está
conectada.
2) Ponga el potenciómetro Gain (1) del canal antes
de todo en la posición mediana. La tecla ECHO
(22) del canal no debe estar pulsada.
3) Con el fader Master (27), regule el nivel general
de todas las fuentes conectadas. Ponga el re -
glaje a
2
/
aproximadamente del máximo en la
3
posición 7 por ejemplo.
4) Aplique una señal audio (señal test o música) en
el canal. Desconecte o ponga en Pausa los apa-
ratos que deben funcionar con los otros canales.
5) Según las indicaciones del VU-metro (3), regule
el nivel del canal con el fader (18). El reglaje es
óptimo cuando para los pasajes más o menos
fuertes, los valores del nivel se visualizan en la
playa 0 dB. Si los LEDs rojos del VU-metro se
encienden, el canal está en sobrecarga.
Después el reglaje del nivel, el fader debería
2
estar a
/
del máximo aproximadamente. Si el
3
fader está demasiado o no bastante pulsado, el
nivel debe adaptarse regulando la amplificación
de entrada: pulse el potenciómetro gain (1) del
canal según las necesidades en un sentido o en
el otro (si necesario, el reglaje del gain puede
ponerse enteramente en "MIN" o en "MAX").
6) Efectúe el reglaje del nivel para los otros canales
como descrito precedentemente.
5.2 Reglajes micro
5.2.1 Reglajes de base
1) Pulse la tecla ON AIR (16) para conectar el canal
micro DJ (el LED encima brilla).
14
2) Schakel de apparatuur uit die op de kanalen 1 – 4
zijn aangesloten, resp. zet ze in pauze.
3) Plaats de klankregelaars (9 en 11) voor de DJ-
micrfoon eerst in de middelste stand.
4) Stuur met de niveauregelaar DJ MIC (12) het DJ-
microfoonkanaal optimaal uit aan de hand van de
VU-meter (3). Indien er een tweede microfoon is
aangesloten op de jack MIC 2 (39), regelt u het
niveau voor deze microfoon met de niveaurege-
laar MIC 2 (14).
Bij elk van de twee microfoonkanalen kan een
te hoog niveau van het ingangssignaal met ca.
20 dB worden gedempt door op de betreffende
toets PAD (13) te drukken.
2
/
van de
5) Stel met de regelaar hoge tonen (9) en lage to -
3
nen (11) de gewenste klank in voor de DJ-micro-
foon (max. ±15 dB). [Omdat de klankinstellingen
het kanaalniveau beïnvloeden, moet dit na de
instelling van de klank evt. worden gecorrigeerd.]
5.2.2 Talkover-functie voor de DJ-microfoon
Druk op de toets AUTOTALK (15) voor een betere
verstaanbaarheid van de aankondigingen via de mi -
crofoon terwijl de muziek verder speelt: Indien de
toets ingedrukt is (LED boven de toets licht op), wor-
den de niveaus van kanalen 1 – 4 bij aankondigingen
via de DJ-microfoon automatisch met 12 dB ge dempt.
Indien de toets niet ingedrukt wordt, is de talk-
over-functie uitgeschakeld.
5.3 Tussen twee kanalen regelen
1) Met de twee schakelaars C. F ASSIGN A en B wor-
den van de ingangskanalen 1 – 4 de twee kanalen
geselecteerd tussen welke u wenst te regelen:
Selecteer met de linker schakelaar ASSIGN A
(20) het kanaal dat moet worden ingemengd,
wanne er de crossfader (21) naar links gescho-
ven wordt.
Selecteer met de rechter schakelaar ASSIGN
B (23) het kanaal dat moet worden ingemengd,
wanneer de crossfader naar rechts geschoven
wordt.
Wanneer de betreffende schakelaar ASSIGN in de
stand "x" staat, dan is er geen kanaal gese lecteerd
2) Desconecte o ponga en Pausa los aparatos que
deben reproducirse en los canales 1 – 4.
3) Ponga los potenciómetros (9 y 11) para el micro
DJ antes de todo en la posición mediana.
4) Según las indicaciones del VU-metro (3), regule
de manera óptima con el potenciómetro DJ MIC
(12) el canal micro DJ. Si un segundo micro está
conectado con la toma MIC 2 (39), efectúe el
reglaje del nivel para este micro con el potenció-
metro MIC 2 (14).
Para cada uno de los dos canales micro, un
nivel demasiado elevado de la señal de entrada
puede disminuir de 20 dB pulsando la tecla PAD
(13) correspondiente.
5) Con los potenciómetros de reglaje de los agudos
(9) y de los graves (11), regule la tonalidad de sea -
da para el micro DJ (± 15 dB máx.). [En la me dida
o los reglajes de tonalidad influyen en el nivel del
canal, este último puede estar eventualmente,
después del reglaje de tonalidad, cambiado.]
5.2.2 Función Talkover para el micro DJ
Para una mejor entendimiento del anuncio micro
durante un programa musical, pulse la tecla AUTO-
TALK (15): si la tecla está pulsada (el LED encima
de la tecla brilla), los niveles de los canales 1 – 4
disminuyen automáticamente de 12 dB durante el
anuncio micro efectuado a través el micro DJ.
Si la tecla no está pulsada, la función Talkover
está desconectada.
5.3 Fundido entre dos canales
1) Con los dos conmutadores de atribución C. F.
ASSIGN A y B, es posible elegir entre los canales
de entrada 1 – 4, los dos utilizados para el fundido:
Con el conmutador de atribución A izquierda
(20), seleccione el canal utilizado cuando el po -
tenciómetro del fundido (21) está pulsado hacia
la izquierda.
Con el conmutador de atribución B derecho
(23), seleccione el canal utilizado cuando el po -
tenciómetro del fundido (21) está pulsado hacia
la derecha.
2) Stuur de twee voor regeling geselecteerde kana-
len optimaal uit (zie hoofdstuk 5.1 "Basisinstelling
van de kanalen 1 – 4") en schakel de apparatuur
uit die op de twee overige kanalen zijn aangeslo-
ten, resp. zet ze in pauze.
3) Met behulp van de crossfader kunt u nu regelen
tussen de geselecteerde kanalen.
Indien u beide kanalen tegelijk naar de uitgan-
gen wenst te sturen, plaatst u de crossfader in de
middelste stand.
4) Stel met de masterfader (27) het gewenste
niveau van de masteruitgangen (34 en 35) in aan
de hand van de VU-meter (3).
In principe wordt een optimale uitsturing be reikt,
wanneer de VU-meter bij gemiddeld luide passa-
ges waarden in het bereik van 0 dB aanduidt.
Indien het uitgangsniveau op de master uit gangen
voor het nageschakelde apparaat echter te hoog
of te laag is, dan moet het mastersignaal overeen-
komstig lager of hoger worden uitge stuurd.
5) Stel met de regelaar BAL (4) de balans in voor de
masteruitgangen.
6) Stel met de regelaars van de beide 4-bands
equalizers (2) het gewenste klankbeeld in voor het
linker (LEFT) en het rechter (RIGHT) masterka-
naal:
HIGH = hogetonenbereik (10 kHz)
MID-H = bovenste middentonenbereik (3 kHz)
MID-L = onderste middentonenbereik (320 Hz)
LOW
= lagetonenbereik (40 Hz)
Alle frequentiebereiken kunnen tot max. 15 dB
worden versterkt resp. gedempt. In de middelste
stand wordt de frequentie van het signaal niet
beïnvloed.
Omdat instellingen van de klank het master -
niveau beïnvloeden, moet u het masterniveau na
de klankregeling controleren aan de hand van de
VU-meter en eventueel corrigeren.
5.4 De geluidsbronnen mengen
1) Schakel de regelfunctie uit om de geluidsbron-
nen te mengen. Plaats hiervoor de beide schake-
laars ASSIGN (20 en 23) in de stand "x".
Si el interruptor está en la posición "x", ningún ca -
nal se selecciona.
2) Regule de manera óptima los dos canales selec-
cionados para el fundido (vea capítulo 5.1 " Re -
glaje de base de los canales 1 – 4") y desconecte
o ponga en pausa los aparatos que están conec-
tados a los dos canales restantes.
3) Con el potenciómetro del fundido, es posible en -
tonces, efectuar un fundido entre los dos canales
seleccionados.
Si los dos canales deben aplicarse simultáne-
amente en las salidas, ponga el potenciómetro
de fundido en la posición mediana.
4) Con el fader Master (27), regule según las indi-
caciones del VU-metro (3), el nivel deseado, dis-
ponible en las salidas Master (34 y 35).
En regla general, la regulación óptima se al -
canza cuando el VU-metro para pasajes más o
menos elevados, tiene valores en la playa 0 dB.
Si el nivel de salida en las salidas Master para el
aparato siguiente es demasiado elevado o de -
ma siado bajo, la señal Master debe regularse en
consecuencia más elevada o más baja.
5) Con el potenciómetro BAL (4), efectúe el reglaje
de balance para las salidas Master.
6) Con los reglajes de dos ecualizadores 4 vías (2)
regule la imagen tonal para el canal Master iz -
quier do (LEFT) y el canal Master derecho
(RIGHT):
HIGH
= bango de los agudos (10 kHz)
MID-H = rango superior de los medios (3 kHz)
MID-L = rango inferior de los medios (320 Hz)
LOW
= rango de los graves (40 Hz)
Es posible aumentar o disminuir todas las playas
de frecuencias de 15 dB máximo. Si los potenció-
metros están en posición mediana, no hay ningu -
na modificación de las playas de frecuencias.
En la medida o los reglajes de tonalidad ac -
túan en el nivel general, el nivel Master debe
con trolarse y si necesario cambiarse, en función
de la indicaciones del VU-metro, una vez el re -
glaje de tonalidad efectuado.