De afstand tot gemetselde muren is vastgelegd in verband met het onderhoud van de automaat. De kachel
met muurbeslag kan op een gemetselde muur worden aangebracht, maar de kachel moet dan wel worden
gedemonteerd om de automaat te kunnen bedienen.
Vereisten voor de schoorsteen
De schoorsteen moet zo hoog zijn dat een goede trek gewaarborgd wordt en de rook geen belasting
vormt. Nominale trek: 12 Pa.
De schoorsteen moet een dagmaat van min. 150mm in diameter hebben. Als bijkomende minimale vereiste
geldt echter dat de opening in grootte steeds overeen moet stemmen met het afvoeraansluitstuk van
de kachel. De schoorsteen moet bovendien voorzien zijn van een makkelijk toegankelijke reinigingsdeur.
Wijzigen van rookafvoer van bovenafvoer naar achterafvoer (Tekening G)
1. Demontage van de topplaat van de kachel. Haal het rooster (1) van de bovenplaat en til de bovenplaat
(2) eraf.
2. Demonteer de achterplaat. Draai de twee schroeven (3) boven aan de achterplaat (4) eruit. Verwijder
de achterplaat van de houtkachel door deze iets omhoog te tillen en los te haken van de twee haken
(5) aan beide kanten onderaan.
3. De achterplaat is zowel aan de binnen- als buitenkant voorzien van een uitsparing voor het rookkanaal.
Breek de twee platen in deze uitsparingen af, zodat er een gat in de achterwand ontstaat.
4. Demontage van afdekplaat (6). Demonteer de afdekplaat aan de achterzijde van de kachel door de
drie schroeven te verwijderen (Torx Bit nr. 30). Nu kan de afdekplaat worden verwijderd.
5. Demontage van rookring (7). Demonteer de rookring aan de bovenzijde van de kachel door de drie
schroeven te verwijderen. Nu kan de rookring worden verwijderd.
6. Montage van rookring (7). Plaats de rookring vóór het rookafvoergat achterop de kachel en zet deze
vast met de drie schroeven.
7. Montage van afdekplaat (6). Plaats de afdekplaat boven het rookafvoergat bovenop de kachel en zet
deze vast met de drie schroeven.
8. Montage van achterplaat (4). Monteer de achterplaat op de houtkachel.
9. Montage van de topplaat van de kachel. Leg het rooster (1) en de bovenplaat (2) terug op de houtkachel.
Als accessoire is een bovendeksel verkrijgbaar waarmee de opening in de bovenplaat kan worden afgedekt
als de houtkachel voorzien wordt van een rookafvoer aan de achterzijde.
Aansluiting op de schoorsteen
Alle kachels hebben een achter- en een bovenaansluiting voor de rookafvoer. De kachel kan op een
goedgekeurde stalen schoorsteen met bovenaansluiting of rechtstreeks op de achteraansluiting van een
schoorsteen worden aangesloten.
Verticale doorsnede van de rookafvoer (Tekening B en C)
B: Rookafvoer langs boven
C: Rookafvoer langs achter
• Stalen schoorsteen (9).
• De bocht (10) past inwendig op het aansluitstuk van de kachel.
• Gemetselde schoorsteenwand (11).
• Ingemetselde mof (12). Past op de rookpijp.
• Muurrosace (13). Verbergt reparatie rond de gemetselde mof.
• Pakking (14). Wordt gedicht met dichtingsstrip.
• Rookkanalen (15) van de HWAM kachel.
• Regelschuif (16)in rookpijp.
• Reinigingsluikje (17).
19