CHIEF EL900005 Manual De Instrucciones página 27

E. Nadat de spoel is gemonteerd, moet de draad op één
lijn worden gebracht met de invoeropening van de draad-
geleider K.
Gebruik de draadaanvoerrol G die geschikt is voor het te
lassen materiaal en de gebruikte draaddiameter. De dia-
meter en het type groef zijn in de zichtbare zijde gegra-
veerd.
Als de rol moet worden vervangen:
Zet de arm van de draaddruksteun H los.
Draai de schroeven I los en verwijder de afdekkap L.
Verwijder de draadaanvoerrol G, neem de juiste rol en
plaats hem zo dat de te gebruiken groef naar binnen is
gericht. Bevestig de afdekkap L en zet ze vast met de
schroeven I.
Steek de draad in de geleider K, leid hem in de groef van
de rol en schuif hem enkele centimeter in de bus A1.
Zet de arm van de draaddruksteun H los, ervoor zorgend
dat de draad in de rolgroef G blijft.
• Belangrijk: wanneer u met aluminiumdraden last, en
vooral draden met een diameter van 0,6, 0,8 of 0,9
mm, is het zeer belangrijk de koppeling M op de mini-
mumdruk af te stellen; voor alle andere draden volstaat
het enkele cycli uit te voeren met de koppeling om de
juiste druk te verkrijgen.
Sluit de deur van het spoelcompartiment en schakel het
lasapparaat in. Kies het lasprogramma dat geschikt is
voor de draad die u gebruikt.
3.1.2 De draadaanvoerunit van de toorts PUSH-PULL
klaarmaken.
Gebruik de draadaanvoerrol met de groef die overeen-
komt met de gebruikte draaddiameter. De diameter is in
één zijde van de rol zelf gegraveerd.
Als de rol moet worden vervangen:
• Schroef de knop N los en trek hem naar buiten.
• Verwijder de afdekkap O zodat de draadaanvoergroep
zichtbaar is.
• Schroef de moer P los door ze rechtsom te draaien.
• Druk op de hendel Q om de rol R te verwijderen.
• Schroef het gasmondstuk S en de contacttip T los.
• Druk op de hendel Q om de draaddruksteun U omhoog
te zetten en aldus te voorkomen dat de draadaanvoer
wordt belemmerd.
• Druk op de toortsschakelaar V om de draad aan te voe-
ren, totdat hij uit de contacttip Z komt.
Het beste is dat u de draad met lage snelheid aanvoert.
D
E F
A
I
• Wij raden aan de draad te stoppen zodra hij uit de gelei-
der X komt en vervolgens de draad met korte bewegin-
gen verder aan te voeren totdat hij in de geleider Y komt
en de contacttip Z verlaat.
• Monteer de rol en plaats hierbij de vergrendeling R1
zoals getoond op de afbeelding.
• Zet de moer P vast door ze linksom te draaien.
• Zorg ervoor dat de draad in de groef van de draadaan-
voerrol R loopt en zet dan de hendel Q los, zodat de
draaddruksteun U de draad tegen de rol R drukt.
• Plaats de afdekkap O in de oorspronkelijke positie terug
en zet ze vast met de knop N.
• Schroef de contacttip T en het gasmondstuk S vast.
4 LASSEN
4.1 DE TOORTS PUSH-PULL KLAARMAKEN VOOR
HET TE LASSEN MATERIAAL.
Zorg ervoor dat het lasapparaat wordt ingesteld voor de
gebruikte draaddiameter en het materiaal dat u gaat las-
sen. Zorg ervoor dat op de toorts PUSH-PULL de rol R
met de diameter die overeenkomt met de gebruikte draad
en de contacttip T met de juiste diameter worden beves-
tigd.
Stel op de stroombron de stroom in overeenkomstig het
soort laswerk dat u gaat uitvoeren.
Beweeg de toorts naar het laspunt en druk de schakelaar
V in.
Met de "UP-DOWN"-knop W kunt u, afhankelijk van het
type stroombron, de lasstroom afstellen of de snelheid
van de lasdraad afstellen en corrigeren.
Wanneer u last met staal- of roestvrijstaaldraad, raden wij
u met het oog op een goede draaddoorvoer aan de arm
van de draaddruksteun U omhoog te zetten. Dit doet u
door de inbusschroef J los te schroeven met de meege-
leverde sleutel J 1. Voor optimale lasprestaties moet de
draaddruksteun U de draad net raken.
Als u veelvuldig staal- of roestvrijstaaldraad last, raden wij
u aan de teflon binnenspiraal te vervangen door de meta-
len binnenspiraal.
Na het vervangen van de teflon binnenspiraal door de
metalen, moet u de metalen bus A opnieuw aanbrengen
in de centraalstekker van de stroombron.
D
H
L
E
F
K
I
A
H
L
27