Brink 2994 Instrucciones De Montaje página 4

NL
Koppelingsklasse
Nr. typegoedkeuring
D- Waarde
Max. massa aanhangwagen
Max. vertikale last
MONTAGEHANDLEIDING:
1. Demonteer de stootbalk overeenkomstig fig. 1. De stootbalk wordt niet
herplaatst. Breng de contraplaten B en C overeenkomstig fig. 2 ten
dele in het chassis aan. Plaats de trekhaak; hierbij vallen de platen A
tegen de buitenzijden van de chassisbalken. De gaten in de trekhaak
dienen met de in de chassisbalken aanwezige gaten samen te vallen.
2. Bevestig t.p.v. de punten D vier bouten M12x35 inclusief veerringen.
Bevestig t.p.v. de punten E vier bouten M12x35 inclusief veerringen en
moeren. Plaats overeenkomstig schets de hoekijzers F tegen de platen
A en bevestig t.p.v. de punten G twee bouten M12x35 inclusief sluit-,
veerringen en moeren. Plaats de contraplaatjes H in het linker en rech-
ter chassis. Bevestig t.p.v. de punten I twee bouten M12x35 inclusief
sluit-, veerringen en moeren.
3. De kogel wordt fabrieksmatig d.m.v. één bout M12x65/21,2 en één
bout M12x70/26,2 inclusief stekkerplaat, sluitringen en zelfborgende
moeren aan de trekhaak gemonteerd. Draai alle bouten en moeren
overeenkomstig de tabel vast. Plaats de doppen K in de einden van de
dwarsbuis van de trekhaak.
: A 50-X
: e11 00-0988
: 13,8 kN
: 2700 kg
: 110 kg
BELANGRIJK:
* Indien op de bevestigingspunten een bitumen of anti-dreunlaag aanwe-
zig is, dient deze verwijderd te worden.
* Vergeet de veer- en sluitringen niet.
* Kwaliteit bouten 8.8 ; moeren 8, of indien anders vermeld in montage-
handleiding 10.9 / 10.
* Voor de max. toegestane massa, welke uw auto mag trekken, dient u uw
dealer te raadplegen.
* Het is aan te bevelen om na ca. 1000 km (gebruik) de boutverbindingen
volgens tabel na te trekken of te controleren.
* Bij het boren dient men er zorg voor te dragen, dat rem- en brandstof-
leidingen niet worden geraakt.
* Verwijder "indien aanwezig" de plastik dopjes uit de puntlasmoeren.
Aanhaalmomenten voor bouten en moeren (8.8):
M12 79 Nm 71 Nm (met zelfborgende moer)
© 299470/15-02-2002/3