Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap wordt gebruikt op een manier
waardoor een abnormaal hoge stroom wordt getrokken,
stopt het gereedschap automatisch zonder dat een
indicatorlampje gaat branden. In dat geval schakelt u
het gereedschap uit en verhelpt u de oorzaak van de
overbelasting. Vervolgens schakelt u het gereedschap in
en start u opnieuw.
Oververhittingsbeveiliging voor het gereedschap
: Aan
015485
Wanneer het gereedschap oververhit is, stopt het
gereedschap
automatisch
indicatorlampje gedurende ongeveer 60 seconden. In dit
geval laat u het gereedschap eerst afkoelen alvorens het
weer in te schakelen.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading laag is, stopt het gereedschap
automatisch. Als het gereedschap niet werkt, ook niet
wanneer de schakelaars worden bediend, verwijdert u
de accu's vanaf het gereedschap en laadt u de accu's
op.
Aangeven van de resterende accuspanning
(Fig. 2)
(Alleen voor accu's waarvan het modelnummer eindigt in
een "B".)
Druk op de controletoets van de accu om de resterende
accuspanning te zien. De spanningslampjes gaan
enkele seconden lang branden.
Spanningslampjes
Verlicht
Gedoofd
015658
30
: Knippert
en
knippert
het
accu-
Resterende
accuspanning
Knippe-
rend
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Wellicht is er
iets mis met de
accu.
OPMERKING:
• Afhankelijk
van
de
de omgevingstemperatuur kan de aanduiding wel
eens ietwat afwijken van de werkelijk resterende
accuspanning.
Accu-indicatorlampjes voor resterende accula-
ding (Fig. 3)
(Per land verschillend)
Druk op de testknop zodat de accu-indicatorlampjes
de
resterende
acculading
indicatorlampjes
geven
acculading aan.
Accu-indicatorlampjes voor resterende acculading
Acculadingsaanduiding
: Aan
: Uit
: Knippert
015527
In- en uitschakelen (Fig. 4 en 5)
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap
steekt, of de aan-uitschakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat
deze is losgelaten.
Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon
de aan-uitschakelaar in. De draaisnelheid van het
gereedschap neemt toe naarmate u meer druk uitoefent
op de aan-uitschakelaar. Laat de aan-uitschakelaar los
om het gereedschap te stoppen.
Om het gereedschap continu te laten werken, knijpt
u eerst de aan-uitschakelaar in, drukt u daarna
de vergrendelknop in, en laat u tenslotte de aan-
uitschakelaar los. Om het gereedschap te stoppen
vanuit de vergrendelde stand, drukt u de aan-
uitschakelaar helemaal in en laat u hem vervolgens los.
De snelheid veranderen (Fig. 6)
Het maximale luchtvolume kan worden geregeld door de
regelaar te draaien. Dit kan zelfs worden gedaan terwijl
het gereedschap wordt gebruikt. Op de regelaar staat
de instelling aangegeven met 1 (laagste) tot en met 6
(hoogste).
gebruiksomstandigheden
aangeven.
De
per
accu
de
resterende
Resterende
accuspanning
50% – 100%
20% – 50%
0% – 20%
Tijd om de accu op
te laden
en
accu-