BEDIENING
Het is belangrijk dat minstens twee zaagtanden in de
zaagsnede blijven staan (zie afb. 11).
Kijk naar de afbeelding en kies de juiste zaagpositie voor
het werkstuk (zie afb. 12).
Houd het gereedschap met beide handen vast, zoals
aangegeven in de afbeelding, met de aanslagplaat in
contact met het werkstuk en de zaagband vrij van het
werkstuk (zie afb. 13).
Schakel het gereedschap in en wacht totdat de zaagband
op volle snelheid draait. Laat de zaagband langzaam
zakken in de zaagsnede. Door het gewicht van het
gereedschap of door licht op het gereedschap te duwen is
er voldoende druk voor het zagen. Duw niet te hard op het
gereedschap.
Wanneer u het einde van de zaagsnede bereikt, stopt u
met duwen en zonder het gereedschap daadwerkelijk
omhoog te trekken, tilt u het iets op zodat het
gereedschap niet op het werkstuk valt.
LET OP:
• Als u een buitensporig grote druk uitoefent op het
gereedschap of de zaagband verbuigt, kan een
schuine zaagsnede ontstaan of de zaagband
beschadigd worden.
• Als u het gereedschap gedurende een lang tijd niet
denkt te gaan gebruiken, verwijdert u de zaagband van
het gereedschap.
• Als het gereedschap continu wordt bediend totdat de
accu leeg is, laat u het gereedschap gedurende
15 minuten liggen alvorens verder te werken met een
volle accu.
Smeermiddel
Gebruik tijdens het zagen van metaal snijwas van Makita
als smeermiddel. Breng de snijwas op de zaagband aan
door het gereedschap te starten en in de snijwas te
zagen, zoals aangegeven in de afbeelding, nadat u de
dop van de snijwas hebt afgehaald (zie afb. 14).
LET OP:
• Gebruik nooit snijolie en breng geen overdadige
hoeveelheid snijwas aan op de zaagband. Hierdoor
kan de zaagband slippen of onverwachts eraf lopen.
• Bij het zagen van gietijzer, mag u geen snijwas
gebruiken.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en
de accu is verwijderd, voordat u een inspectie of
onderhoud uitvoert.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol,
enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of
barsten.
Schoonmaken
Verwijder na gebruik snijwas, metaaldeeltjes en stof vanaf
het gereedschap de schijfbanden en de zaagband.
LET OP:
• Gebruik nooit oplosmiddelen, zoals terpentine,
benzine, lak, enz., om de kunststofdelen schoon te
maken.
• Snijwas en metaaldeeltjes op de schijfbanden kunnen
de zaagband doen slippen en onverwachts eraf doen
lopen. Gebruik een droge doek om de snijwas en
metaaldeeltjes van de schijfbanden af te vegen.
De banden van de schijven vervangen
(zie afb. 15)
Als de zaagband slipt of niet goed aangrijpt vanwege
ernstig versleten schijfbanden, of omdat de lip van de
schijfband aan de motorzijde beschadigd is, moeten de
schijfbanden worden vervangen.
De koolborstels vervangen (zie afb. 16)
Verwijder en controleer de koolborstels regelmatig.
Vervang deze wanneer ze tot aan de slijtgrensmarkering
zijn afgesleten. Houd de koolborstels schoon en zorg
ervoor dat ze vrij kunnen bewegen in de houders. Beide
koolborstels dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
Gebruik alleen identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen. Haal de versleten koolborstels eruit, plaats
de nieuwe erin, en zet de koolborsteldoppen goed vast
(zie afb. 17).
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Makita-servicecentrum.
• Zaagbanden
• Inbussleutel 4
• Snijwas
• Originele Makita-accu en -lader
OPMERKING:
• Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de
doos van het gereedschap als standaard toebehoren.
Zij kunnen van land tot land verschillen.
Geluid
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN60745:
Geluidsdrukniveau (L
Geluidsvermogenniveau (L
Onzekerheid (K): 3 dB (A)
Draag gehoorbescherming.
ENG905-1
): 81 dB (A)
pA
): 92 dB (A)
WA
27