Inbedrijfsname
4. Inbedrijfsname
4.1 Aansluitdruk
4.2 Nozzledruk
50
Aansluitdruk
De gasaansluitdruk moet binnen de grenzen van de volgende waarden gelegen zijn:
voor aardgas:
- min. 18,0 mbar
- max. 25,0 mbar
bij propaan gas: - min. 42,5 mbar
- max. 57,5 mbar
De aansluitdruk wordt als stromingsdruk op de meetnippel van het gasventiel ge-
meten.
Indien de gasaansluitdruk buiten deze grenzen ligt, mag het toestel niet in dienst
gesteld worden. Voor informatie de gasmaatschappij verwittigen.
Richtwaarden voor de nozzledruk (vollast)
Model
Nominale warmtebe-
lasting
Nominale warmtever-
mogen
Nozzlediameter voor
Aardgas (G25)
Aardgas (G20)
Vloeibaar gas (pro-
paan)
Gassoort
- G25 (12,4)*
- G20 (15,0)*
- Propaan
- Butaan
CO
-gehalte
2
* Waarden tussen haakjes: Wobbe-index WO
** bij druk aan het keteleinde 0 mbar, 1013 hPa, 15 °C
1)
met branderpijp roestvrij staal
2)
met stroom brander
Gasventiel CG 15 R03 VW5 WZ
SGB 90 C
Verwar-
kW
25,0 - 90,0
ming
80/60 °C
kW
24,2 - 86,7
50/30 °C
kW
26,4 - 92,3
mm
mm
mm
Richtwaarden voor de nozzledruk**
mbar
9,0 - 12,0
mbar
6,0 - 8,0
mbar
8,5 - 10,5
mbar
Aardgas
%
8,0 - 8,5
Vloeibaar
%
9,5 - 10,0
gas
in kWh/m
N
1)
2)
SGB 90 C
/D
22,5 - 90,0
21,8 - 86,7
23,8 - 92,3
8,50
9,00
7,80
8,00
6,20
6,20
(vollast)
10,9 - 12,2
11,0 - 12,4
12,7 - 14,0
9,7 - 10,7
8,7 - 9,3
10,5 - 11,0
3
7313157-02 02.14