manier waarop het wordt gebruikt, en met name
van wat voor soort werkstuk wordt bewerkt.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
•
Gebruik enkel intacte toestellen.
•
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
•
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
•
Overbelast het toestel niet.
•
Laat het toestel indien nodig nazien.
•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
Beperk de werktijd!
Daarbij moet rekening worden gehouden met
alle aandelen van de bedrijfscyclus (bijvoorbeeld
tijden waarin het elektrisch gereedschap is uitge-
schakeld, en zulke, waarin het weliswaar is inge-
schakeld maar loopt zonder belasting).
Voorzichtig!
Restrisico's
Er blijven altijd restrisico's over ook al wordt
dit elektrisch gereedschap naar behoren be-
diend. Volgende gevaren kunnen zich voordo-
en in verband met de bouwwijze en uitvoe-
ring van dit elektrisch gereedschap:
1. Longletsels indien geen gepaste stofmasker
wordt gedragen.
2. Gehoorschade indien geen gepaste gehoor-
beschermer wordt gedragen.
3. Schade aan de gezondheid die voortvloeit
uit hand-arm-trillingen indien het toestel lang
zonder onderbreking wordt gebruikt of niet
naar behoren wordt gehanteerd en onder-
houden.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
Trek vóór alle onderhouds-/ en montagewerk-
zaamheden de netstekker uit het stopcontact.
Anl_TC-US_350_SPK9.indb 99
Anl_TC-US_350_SPK9.indb 99
NL
•
De machine moet stabiel worden opgesteld.
•
Alvorens te beginnen werken moet de slijp-
machine door middel van de 4 bevestigings-
gaten (8) in de bodemplaat (9) vast aan bijv.
een werkbank worden geschroefd.
•
Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen
en veiligheidsinrichtingen zoals voorgeschre-
ven zijn gemonteerd.
•
De slijpschijven moeten vrij kunnen lopen.
•
Controleer voordat u de machine aansluit
of de gegevens vermeld op het typeplaatje
overeenkomen met de gegevens van het
stroomnet.
5.1 Montage vonkenscherm / beschermglas
(afbeelding 3/4)
•
Monteer het vonkenscherm (3) aan de machi-
ne (afbeelding 3).
•
Gebruik daarvoor de binnenzes-
kantschroeven (11), onderlegplaatjes (12),
veerringen (13) en moeren (14).
•
Draai de schroefverbinding vast met een
binnenzeskantsleutel 4 mm en schroefsleutel
SW 8 mm. Aanwijzing! Niet meegeleverd.
•
Monteer het beschermglas (2) met een
slotschroef (15), onderlegplaatje (12), veer-
ring (13) en vastzetknop (16) aan het vonken-
scherm (3) (afbeelding 4).
5.2 Instelling vonkenscherm (afbeelding 5)
•
Het vonkenscherm kan met behulp van de
slobgaten (3) daarin in verticale richting wor-
den ingesteld.
•
Draai daarvoor de binnenzeskantschroeven
(11) los en verschuif het vonkenscherm zo
dicht mogelijk naar de slijpschijf (5).
•
Waarschuwing! De afstand tussen de slijp-
schijf (5) en het vonkenscherm (3) moet zo
klein mogelijk en mag in geen geval groter
dan 2 mm worden ingesteld.
•
Fixeer het vonkenscherm (3) daarna weer.
•
Waarschuwing! Stel het vonkenscherm (3) re-
gelmatig in, zodat de slijtage van de slijpschijf
(5) wordt gecompenseerd.
5.3 Montage werkstuksteun (afbeelding 6a)
•
Monteer de werkstuksteun (7) aan de ma-
chine.
•
Waarschuwing! Het schuine vlak van de
werkstuksteun moet van de slijpschijf (5) weg
wijzen!
•
Gebruik daarvoor de slotschroef (17), het
onderlegplaatje (18), de veerring (19) en de
vastzetknop (20).
- 99 -
25.06.2020 12:21:05
25.06.2020 12:21:05