Nylonmoer
Voor gereedschap zonder de knop
De bovenste begrenzing van het gereedschapshuis kan
worden ingesteld met behulp van de nylonmoer. Stel de
nylonmoer niet te laag af. Het bovenfreesbit zal daar-
door gevaarlijk uitsteken.
Voor gereedschap met de knop
Door de knop te draaien kan de bovenste begrenzing
van het gereedschapshuis worden ingesteld. Wanneer
de punt van het bovenfreesbit verder dan noodzakelijk
is teruggetrokken ten opzichte van het oppervlak van
de grondplaat, draait u aan de knop om de bovenste
begrenzing lager in te stellen. Stel de knop niet te laag
in. Het bovenfreesbit zal daardoor gevaarlijk uitsteken.
► Fig.2: 1. Knop
LET OP:
Aangezien door buitensporig frezen
de motor overbelast kan worden of het gereed-
schap moeilijk te besturen kan zijn, mag bij het
frezen van groeven de freesdiepte niet meer zijn
dan 20 mm (13/16") per werkgang. Als u groeven
van meer dan 20 mm (13/16") diep wilt frezen,
voert u meerdere werkgangen uit met een steeds
dieper ingesteld bovenfreesbit.
LET OP:
Stel de knop niet te laag in. Het
bovenfreesbit zal daardoor gevaarlijk uitsteken.
Aanslagblok
Aangezien de draaiaanslag drie zeskantstelbouten
heeft, kunt u gemakkelijk drie verschillende freesdiep-
ten realiseren zonder de aanslagstang opnieuw te hoe-
ven instellen. Om de zeskantbouten te verstellen, draait
u de zeskantmoeren los en draait u de zeskantbouten.
Nadat de gewenste positie is ingesteld, draait u de zes-
kantmoeren vast om de zeskantbouten te borgen.
► Fig.3: 1. Aanslagstang 2. Krullenvanger 3. Aanslag
4. Zeskantstelbout 5. Zeskantmoer
In- en uitschakelen
LET OP:
Controleer voor u de stekker in het
stopcontact steekt altijd of het gereedschap uit-
geschakeld is.
LET OP:
Zorg ervoor dat de asvergrende-
ling is ontgrendeld voordat u het gereedschap
inschakelt.
Om het gereedschap in te schakelen, zet u de aan-uit-
schakelaar in de stand "I".
Om het gereedschap uit te schakelen, zet u de aan-uit-
schakelaar in de stand "O".
► Fig.4: 1. Aan-uitschakelaar
LET OP:
Houd het gereedschap stevig vast
wanneer u het uitschakelt om de reactiekracht op
te vangen.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en dat zijn stekker uit het stop-
contact is verwijderd alvorens enig werk aan het
gereedschap uit te voeren.
Het bovenfreesbit aanbrengen en
verwijderen
Steek het bovenfreesbit zo ver mogelijk in de spanke-
gel. Druk op de asvergrendeling zodat de as stil staat
en zet de spankopmoer stevig vast met de steeksleutel.
Als u bovenfreesbits met een kleinere schachtdiameter
gebruikt, steekt u eerst een passende spankegelbus
in de spankegel, en brengt u daarna het bovenfreesbit
aan zoals afgebeeld.
Om het bovenfreesbit te verwijderen, volgt u de proce-
dure voor het aanbrengen in de omgekeerde volgorde.
► Fig.5: 1. Asvergrendeling 2. Steeksleutel
LET OP:
Breng het bovenfreesbit stevig aan.
Gebruik altijd de steeksleutel die bij het gereed-
schap werd geleverd. Een loszittend of te strak
vastgezet bovenfreesbit kan gevaarlijk zijn.
LET OP:
Draai de spankopmoer niet vast
zonder dat een bovenfreesbit is aangebracht, en
breng geen bits met een dunne schacht aan zon-
der een spankegelbus te gebruiken. Dit kan leiden
tot het afbreken van de spankegel.
BEDIENING
LET OP:
Controleer voordat u het gereed-
schap bedient of het gereedschap automatisch
omhoog komt tot aan de bovenste begrenzing, en
het bovenfreesbit niet uitsteekt tot onder de voet
van het gereedschap nadat de vergrendelhendel
is losgezet.
LET OP:
Controleer voordat u het gereed-
schap bedient of de krullenvanger goed is
aangebracht.
► Fig.6: 1. Krullenvanger
Plaats eerst de voet van het gereedschap op het werk-
stuk dat u wilt frezen, zonder dat het bovenfreesbit het
werkstuk raakt. Schakel vervolgens het gereedschap
in en wacht totdat het bovenfreesbit op volle snelheid
draait. Breng het gereedschap omlaag en beweeg het
gereedschap voorwaarts over het oppervlak van het
werkstuk. Houd daarbij de voet van het gereedschap
vlak op het oppervlak van het werkstuk en beweegt het
gereedschap gelijkmatig totdat het frezen klaar is.
Bij het frezen van de rand van het werkstuk moet
het oppervlak van het werkstuk zich aan de linker-
kant van het bovenfreesbit bevinden, gezien in de
voortgangsrichting.
► Fig.7: 1. Werkstuk 2. Draairichting van het bit
3. Aanzicht vanaf de bovenkant van het
gereedschap 4. Voortgangsrichting
38 NEDERLANDS