7.7 PEAKHOLD
Meetbereiken: V AC, A AC
In de PEAK-HOLD-functie (piekwaardegeheugen) moet met betrekking tot de
gespecificeerde nauwkeurigheid rekening worden gehouden met een extra
foutmarge:
+ (± 3 % + 20 digit)
Meetwaarden > 750 V
De PEAK-HOLD-functie kiest automatisch het meetbereik met de kleinste
resolutie.
7.8 MIN/MAX
In de MIN/MAX-functie (minimale/ maximale waardegeheugen) moet met
betrekking tot de gespecificeerde nauwkeurigheid rekening worden gehouden
met een extra foutmarge:
+ (± 15 digit)
De MIN/MAX-functie kiest automatisch het meetbereik met de kleinste
resolutie.
8. MetenmetdeBENNINGCM7
8. Voorbereidenvandemetingen
-
Gebruik en bewaar de BENNING CM 7 uitsluitend bij de aangegeven werk-
en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien
van nominale spanning en stroom. Origineel met de BENNING CM 7
meegeleverde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
-
Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren. Beschadigde
meetsnoeren direct verwijderen.
-
Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer direct verwijderen.
-
Voordat met de draaischakelaar een andere functie gekozen wordt,
dienen de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 7 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2 Spanningsmeting
Letopdemaximalespanningt.o.v.aarde.
Gevaarlijkespanning!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
-
COM-bus
-
Bus voor V, Ω
van de BENNING CM 7 ligt t.o.v. aarde, mag maximaal 1000 V bedragen.
-
Kies met de draaiknop de gewenste instelling (V AC) of (V DC).
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus van
de BENNING CM 7.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω van de
BENNING CM 7.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING CM 7.
Zie fig. 2:
Zie fig. 3:
8.3 Stroommeting
8.3.1
Voorbereiden van metingen
-
Gebruik en bewaar de BENNING CM 7 uitsluitend bij de aangegeven
werk- en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 7 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
Geen spanning zetten op de contactbussen van de
BENNINGCM7. Neem eventueel de veiligheidsmeetsnoeren
vanhetapparaat.
11/ 2006
c.q. 800 A
spikes
spikes
meten van gelijkspanning.
meten van wisselspanning.
B ENNING CM 7
zijn niet gespecificeerd.
62