Probleem
De vacuümpomp
loopt niet aan.
De vacuümpomp
blokkeert
De vacuümpomp
loopt heel luidt of
ratelt.
De vacuümpomp
wordt heel heet en
schakelt uit.
Inspannen niet mo-
gelijk.
Schuif [6-1] stroef.
Mogelijke oorzaak
Aandrijfmotor heeft niet de correcte
aansluitspanning of is overbelast
Vacuümpomp defect
Aansluitkabel is te zwak of te lang
Vaste vreemde stoffen zijn in de vacu-
umpomp terechtgekomen
Schuifbreuk
Losse verbinding(en) aan de netaanslui-
ting
Vreemde elementen in de vacuümpomp
Defecte lagers of versleten schuiven
Onvoldoende toevoer van koellucht
Netfrequentie of netspanning buiten het
tolerantiebereik
Omgevingstemperatuur hoger dan 40 °C Werk onderbreken
Tastventiel van de zuigplaat defect
Ventielhuls [6-2] vervuild
Oplossing
Aandrijfmotor van correcte aansluitspan-
ning voorzien
Vacuümpomp repareren of vervangen
(Festool service)
Een voldoende gedimensioneerde aan-
sluitkabel gebruiken
Met de service van Festool contact opne-
men
Schuif vervangen (Festool service)
Losse verbindingen aandraaien of ver-
vangen.
Met de service van Festool contact opne-
men
Zorg ervoor dat de koeling van de vacu-
umpomp niet door stof/vuil gehinderd is.
Ventilatierooster reinigen,
afstand van de ventilatie-openingen tot
de muur in acht nemen
Voor stabiele stroomvoorziening zorgen
Tastventiel reinigen (zie 8 Onderhoud)
Tastventiel vervangen.
Ventielhuls schoonmaken en lichtjes in-
vetten
41