Nederlands
In beton of tegels boren
Boorstuk (smalle as schacht)
Buitendiameter
Totale lengte
3,4 mm
90 mm
3,5 mm
SDS-plus boorbit
Buitendiameter
Totale lengte
4,0 mm
110 mm
110 mm
5,0 mm
160 mm
5,5 mm
110 mm
6,5 mm
160 mm
7,0 mm
160 mm
8,0 mm
160 mm
8,5 mm
160 mm
9,0 mm
160 mm
166 mm
12,0 mm
260 mm
12,7 mm
166 mm
14,0 mm
166 mm
15,0 mm
166 mm
166 mm
16,0 mm
260 mm
17,0 mm
166 mm
19,0 mm
260 mm
20,0 mm
250 mm
Boren van ankergaten
Vernauwde schachtadaptor
Soort taper
Morse taper (Nr.1)
Morse taper (Nr.2)
Bepalen van anker
Ankerstellingsadaptor
Anker formaat
De extra toebehoren kunnen zonder aankondiging op
ieder moemnt worden veranderd.
47
Effektieve lengte
45 mm
Effektieve lengte
50 mm
50 mm
100 mm
50 mm
100 mm
100 mm
100 mm
100 mm
100 mm
100 mm
200 mm
100 mm
100 mm
100 mm
100 mm
200 mm
100 mm
200 mm
200 mm
A-taper
B-taper
W 1/4"
W 5/16"
W 3/8"
TOEPASSINGEN
Draaien en hameren
Boren van ankergaten
Boren van gaten in beton
Boren van gaten in tegels
Alleen draaien
Boren in staal of hout
(met los verkrijgbare toebehoren)
Vastdraaien van machineschroeven, houtschroeven
(met los verkrijgbare accessoires)
Alleen hameren
Licht hakwerk in beton, het maken en trekken van
sleuven.
INLEGGEN EN UITNEMEN VAN DE BATTERIJ
1. Verwijderen van de batterij
Houd de handgreep goed vast en druk tegen de
accuvergrendelingen om de batterij te verwijderen.
(Zie Afb. 1 en 2)
LET OP
Sluit de batterij nooit kort.
2. Aanbrengen van de batterij
Breng de geleiders op de accu en de behuizing in
lijn wanneer u de accu bevestigt. Zorg ervoor dat
de accu stevig vast zit.
OPMERKING
Druk de batterij stevig tegen het rubber kussentje
en maak de grendel helemaal vast. (Afb. 2).
OPLADEN
Voor het gebruik van de boorhamer dient de batterij als
volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer van het oplaadapparaat op het
stopcontact aan.
Wanneer de stekker van de acculader in het stop-
contact wordt gestoken, zal het controlelampje in
rood knipperen. (met tussenpozen van 1 seconde).
2. Steek de batterij in het acculader.
Steek de accu in de oplader zoals aangegeven op
Afb. 3. Zorg ervoor dat accu op de juiste manier
in de oplader zit.
3. Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt
aangebracht, blijft het controlelampje kontinu rood
branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje in rood knipperen. (met tussenpozen
van 1 sekonde) (Zie Tabel 1).
(1) Aanduiding van de controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in tabel 1, al naar geland de toestand
van de oplaadbare batterij of de acculader.